• Keine Ergebnisse gefunden

De tekst die u rechtstreeks kunt invoeren, wordt aangegeven met de oranje tekens op de toetsen. Deze tekens kunnen alleen worden ingevoerd in combinatie met de toetsen A en S. U kunt tekens zowel met hoofdletters als met kleine letters invoeren. In de CAS-weergave is de invoermethode precies tegenovergesteld aan die in de beginweergave.

A Druk op de toets A om naar de tekens te gaan die in het oranje op een toets worden weergegeven. Als u bijvoorbeeld Z wilt invoeren in de beginweergave, drukt u op A en vervolgens op y. Als u een kleine letter wilt invoeren, drukt u op AS en vervolgens op de letter. Als u in de CAS-weergave op A en een andere toets drukt, krijgt u een kleine letter; als u op AS en een andere toets drukt, krijgt u een hoofdletter.

Toets Doel (Vervolg)

Toetsen Effect in de

beginweergave Effect in de CAS-weergave

A Het volgende teken wordt

als hoofdletter ingevoerd Het volgende teken wordt als kleine letter ingevoerd

AA Vergrendelmodus: alle tekens worden met hoofd-letters ingevoerd totdat de modus wordt gereset

Vergrendelmodus: alle tekens worden met kle-ine letters ingevoerd tot-dat de modus wordt gereset

S Als hoofdletters zijn ver-grendeld, wordt het vol-gende teken als kleine letter ingevoerd

Als kleine letters zijn ver-grendeld, wordt het vol-gende teken als hoofdletter ingevoerd

AS Het volgende teken wordt Het volgende teken wordt

Aan de slag 27

U kunt ook tekst (en andere tekens) invoeren door het tekenpalet weer te geven: Sa.

Wiskundetoetsen

De meest gebruikte wiskundige functies hebben hun eigen toetsen op het toetsenbord (of een toets in combinatie met de toets S).

Voorbeeld 1: Om SIN(10) te berekenen, drukt u op e10 en vervolgens op E. Het antwoord dat wordt weergegeven, is –0,544… (als de hoekmaat is ingesteld op radialen).

Voorbeeld 2: Om de wortel van 256 te berekenen, drukt u op Sj 256 en vervolgens op E. Het antwoord dat wordt weergegeven, is 16. Met de toets S wordt de operator geactiveerd die in het blauw staat op de volgende toets waarop wordt gedrukt (in dit geval

√ op de toets j).

AS A

Vergrendelmodus: alle tekens worden met kle-ine letters ingevoerd tot-dat de modus wordt gereset

Vergrendelmodus: alle tekens worden met hoofd-letters ingevoerd totdat de modus wordt gereset

S Als kleine letters zijn ver-grendeld, wordt het vol-gende teken als hoofdletter ingevoerd

Als hoofdletters zijn ver-grendeld, wordt het vol-gende teken als kleine letter ingevoerd

SA Als kleine letters zijn ver-grendeld, worden alle tekens met hoofdletters ingevoerd totdat de modus wordt gereset

Als hoofdletters zijn ver-grendeld, worden alle tekens met kleine letters ingevoerd totdat de modus wordt gereset

A Vergrendelmodus

hoofd-letters resetten Vergrendelmodus kleine letters resetten

AA AA

Vergrendelmodus kleine

letters resetten Vergrendelmodus hoofd-letters resetten

Toetsen Effect in de beginweergave (Vervolg)

Effect in de CAS-weergave (Vervolg)

De wiskundige functies die niet op het toetsenbord zijn vertegenwoordigd, staan in de menu's Wisk., CAS en Catlg (zie hoofdstuk 21, “Functies en opdrachten”, beginnend op pagina 347).

De volgorde waarin u operanden en operatoren invoert, wordt bepaald door de invoermodus. De

standaardinvoermodus is tekstboek, waarbij u operanden en operatoren invoert zoals u dat zou doen bij het opschrijven van een expressie op papier. Als u de voorkeur geeft aan de RPN-invoermodus (Reverse Polish Notation), is de volgorde van invoer anders. (Zie hoofdstuk 2, “RPN-modus (Reverse Polish Notation)”, beginnend op pagina 53.)

Wisk.

sjabloon

Met de toets Wisk. sjabloon (F) kunt u de structuur voor algemene berekeningen invoegen (en voor vectoren, matrices en hexagesimale

getallen). Er wordt een palet weergegeven met vooraf opgemaakte kaders waaraan u constanten, variabelen, enzovoort kunt toevoegen. Tik op de gewenste sjabloon (of gebruik de pijltoetsen om een sjabloon te markeren en druk op E). Voer vervolgens de benodigde componenten in om de berekening te voltooien.

Aan de slag 29 Voorbeeld: Stel dat u de vierkantwortel van 945 wilt berekenen:

1. Druk in de beginweergave op F. 2. Selecteer .

De structuur van uw berekening wordt nu op de invoerregel getoond:

3. Elk vak in de sjabloon moet worden ingevuld:

3>945

4. Druk op E om het resultaat weer te geven:

9,813...

Het sjabloonpalet kan u veel tijd besparen, met name bij calculusberekeningen.

U kunt het palet op elk moment tijdens het definiëren van een expressie weergeven. Met andere woorden, u hoeft niet met een sjabloon te beginnen. U kunt zelfs een of meer sjablonen op elk gewenst punt in de definitie van een expressie invoegen.

Wiskundige

sneltoetsen

Naast de Wisk. sjabloon zijn er nog andere, soortgelijke schermen met een palet met speciale tekens. Als u bijvoorbeeld op Sr

drukt, wordt het palet met speciale symbolen

weergegeven (zie rechts). U selecteert een teken door erop te tikken (of door ernaar te bladeren en op E te drukken).

Een soortgelijk palet, Relaties, wordt weergegeven als u op Sv drukt.

Het palet bevat operatoren die nuttig zijn bij wiskundige bewerkingen en

programmering. Ook hier tikt u op het gewenste teken.

Een andere wiskundige sneltoets is d. Als u op deze toets drukt, wordt X, T, θ of N ingevoerd, afhankelijk van de app die u gebruikt. (Dit wordt verder uitgelegd in de hoofdstukken waarin de apps worden beschreven.) Als u op Sc drukt, wordt een graad-, minuut- of secondeteken ingevoerd. ° wordt ingevoerd als een graadsymbool geen deel uitmaakt van uw expressie, ′ wordt ingevoerd als de voorgaande invoer een waarde in graden is, en ″ wordt ingevoerd als de voorgaande invoer een waarde in minuten is. Als u dus het volgende invoert:

36Sc40Sc20Sc

wordt 36°40′20″ geretourneerd. Zie “Hexagesimale getallen” op pagina 31 voor meer informatie.

Breuken

De breuktoets (c) wisselt tussen drie variëteiten van breukweergave. As het huidige antwoord de decimale breuk 5,25 is en u op c drukt, wordt het antwoord geconverteerd naar de gewone breuk 21/4. Als u nogmaals op c drukt, wordt het antwoord

geconverteerd naar gemengde getallen (5 + 1/4). Als u een derde keer op c drukt, keert de weergave terug naar de decimale breuk (5,25).

De HP Prime geeft breuken en gemengde getallen bij benadering als er geen exacte resultaten kunnen worden gevonden. Voer bijvoorbeeld in voor weergave van de

benaderde decimaal 2,236…. Druk eenmaal op c om te bekijken en nogmaals om te bekijken.

Druk een derde keer op c om terug te gaan naar de oorspronkelijke decimale weergave.

5

219602 98209

--- 2 23184

98209 ---+

Aan de slag 31

Hexagesi-male getallen

Elk decimaal resultaat kan worden weergegeven in hexagesimale waarden. Dat wil zeggen, in eenheden die zijn onderverdeeld in groepen van 60. Dit geldt voor zowel graden, minuten en seconden als voor uren, minuten en seconden. Voer bijvoorbeeld in voor weergave van het decimale resultaat 1,375. Druk vervolgens op Sc voor weergave van 1°22′30.

Druk nogmaals op Sc om terug te gaan naar de decimale weergave.

De HP Prime zorgt voor de beste benadering in gevallen waarbij een exact resultaat niet mogelijk is. Voer in voor een weergave van de decimale benadering 2,236…

Druk op Sc voor weergave van 2°14′9,84472.

De graad- en minuutwaarden moeten gehele getallen zijn; de minuut- en secondewaarden moeten positief zijn.

Decimalen zijn alleen toegestaan in de seconden.

De HP Prime beschouwt een waarde in

hexagesimale notatie als één entiteit. Vandaar dat een bewerking van een hexagesimale waarde wordt uitgevoerd op de gehele waarde. Als u

bijvoorbeeld 10°25′26″2 invoert, wordt de wortel berekend van de gehele waarde, niet alleen van de component seconden. In dit geval is het resultaat 108°39′26,8544″.

Toets EEX