• Keine Ergebnisse gefunden

U voert berekeningen in de CAS-weergave op dezelfde wijze in als in de beginweergave, met één uitzondering. (De uitzondering is dat er geen RPN-invoermodus is in de CAS-weergave, alleen de algebraïsche en tekstboekmodi). Alle operator- en

functietoetsen werken op dezelfde manier in de CAS-weergave als in de beginweergave, hoewel hier alle lettertekens in kleine in plaats van in hoofdletters worden geschreven. Het

voornaamste verschil is echter dat de standaardweergave van antwoorden symbolisch is in plaats van numeriek.

U kunt ook de sjabloontoets (F) gebruiken om het kader voor algemene berekeningen en voor vectoren en matrices in te voegen. Dit wordt verder uitgelegd in “Wisk. sjabloon” op pagina 28.

De meest gebruikte CAS-functies zijn beschikbaar in het CAS-menu, dit is een van de werksetmenu's. Druk op D om het menu weer te geven. (Als het CAS-menu niet standaard opent, tikt u op .) Andere CAS-opdrachten zijn beschikbaar

in het menu Catlg (ook een van de werksetmenu's).

Computeralgebrasysteem (CAS) 63

Voorbeeld 1 Als u zoekt naar de wortels van 2x2 + 3x – 2:

1. Selecteer Polynomiaal en vervolgens Wortels zoeken met de CAS-menu open.

De functie proot() wordt op de bewerkingsregel weergegeven.

2. Voer tussen de haakjes het volgende in:

2Asj+3

Asw2 3. Druk op E.

Voorbeeld 2 Als u zoekt naar het gebied onder de grafiek van 5x2 – 6 tussen x =1 en x = 3:

1. Selecteer Calculus en vervolgens Integreren met de CAS-menu open.

De functie int() wordt op de bewerkingsregel weergegeven.

2. Voer tussen de haakjes het volgende in:

5Asjw6

oAso1o 3

3. Druk op E.

Instellingen

U kunt diverse instellingen gebruiken om de functie van het CAS te configureren.

Druk om de instellingen weer te geven op SK. De modi zijn verspreid over twee pagina's.

Pagina 1

Instelling Doel

Hoekmaat Selecteer de eenheden voor hoek-maten: Radialen of Graden. Getalnotatie

(eerste vervolg-keuzelijst)

Selecteer de getalnotatie voor weergegeven oplossingen:

Standaard of Wetenschap-pelijk of Ingenieur Getalnotatie

(tweede vervolg-keuzelijst)

Selecteer het aantal cijfers dat u wilt weergeven in de benader-ingsmodus (mantissa + exponent).

Gehele getallen (vervolgkeuzeli-jst)

Selecteer het gehele grondgetal:

Decimaal (grondgetal 10) Hexadecimaal (grondgetal 16) Octaal (grondgetal 8) Gehele getallen

(keuzevak) Als u deze optie inschakelt, wor-den alle reële getallen die equiva-lent zijn aan een geheel getal, in een niet-CAS-omgeving gecon-verteerd naar een geheel getal in het CAS. (Reële getallen die niet equivalent zijn aan gehele getal-len worden behandeld als reële getallen in CAS, ongeacht of deze optie is ingeschakeld of niet.) Vereenvoudigen Selecteer het niveau van

automa-tische vereenvoudiging:

Geen: niet automatisch vereen-voudigen (gebruik voor handmatige vereenvoudiging) Minimum: algemene vereen-voudigingen uitvoeren

Maximum: altijd proberen te ver-eenvoudigen

Computeralgebrasysteem (CAS) 65

Exact Als u deze optie hebt inge-schakeld, staat de calculator in de exactmodus en worden oplossin-gen symbolisch. Als u deze optie niet hebt ingeschakeld, staat de calculator in de benaderingsmo-dus en worden oplossingen bij benadering. Bijvoorbeeld, 26n5 levert op in de exact-modus en 5,2 in de benader-ingsmodus.

Complex Selecteer deze optie om complexe resultaten toe te staan in varia-belen.

Gebruik √ Als u deze optie hebt inge-schakeld, worden polynomen op tweede niveau gefactoriseerd in de complexe of reële modus als de discriminant positief is.

Gebruik i Als u deze optie hebt inge-schakeld, staat de calculator in de complexe modus en worden com-plexe oplossingen in voorkomend geval weergegeven. Als u deze optie niet hebt ingeschakeld, staat de calculator in de reële modus en worden alleen reële oplossin-gen weergegeven. Bijvoorbeeld, factoren (x4–1) resulteert in (x–1),(x+1),(x+i),(x–i) in de com-plexe modus en (x–1),(x+1),(x2+1) in de reële modus.

Instelling Doel (Vervolg)

265

---Pagina 2

Hoofdsom Als u deze optie hebt inge-schakeld, worden de hoofdoploss-ingen voor trigonometrische functies weergegeven. Als u deze optie niet hebt ingeschakeld, wor-den de algemene oplossingen voor trigonometrische functies weergegeven.

Als u de drempel

verhoogt, Als u deze optie hebt inge-schakeld, worden polynomen weergegeven met toenemende machten (bijvoorbeeld,

–4+x+3x2+x3). Als u deze optie niet hebt ingeschakeld, worden polynomen weergegeven met afnemende machten (bijvoor-beeld, x3+3x2+x–4).

Instelling Doel (Vervolg)

Instelling Doel Recursief

Evaluatie- Specificeer het maximum aantal toegestane opgenomen varia-belen in een interactieve evalua-tie. Zie ook recursieve vervangen hieronder.

Recursief

vervangen Specificeer het maximum aantal toegestane opgenomen varia-belen in een enkele evaluatie in een programma. Zie ook recur-sieve evaluatie hierboven.

Recursief

Functie Specificeer het maximum aantal toegestane opgenomen func-tieaanroepen.

Epsilon Elk getal dat kleiner is dan de waarde die is opgegeven voor

Computeralgebrasysteem (CAS) 67

De vorm van menu-items instellen

Een instelling die het CAS beïnvloedt, wordt buiten het scherm CAS-instellingen gemaakt. Met deze instelling bepaalt u of de opdrachten in het CAS-menu beschrijvend worden weergegeven of op hun opdrachtnaam. Hier vindt u enkele voorbeelden van identieke functies die afhankelijk van de door u gekozen weergavemodus verschillend worden weergegeven:

De standaardmodus voor menuweergave biedt de

beschrijvende namen voor de CAS-functies. Als u liever hebt dat de functies op hun opdrachtnaam worden weergegeven, schakelt u de optie Menuweergave uit op pagina 2 van het scherm Startmodi (zie “Startmodi” op pagina 35).

Een expressie of resultaat uit de beginweergave gebruiken

Als u in CAS werkt, kunt u een expressie of resultaat ophalen in de beginweergave door te tikken op Z en Ophalen van Start te selecteren. De beginweergave wordt geo-pend. Druk op = of \ totdat het item dat u wilt ophalen, is gemarkeerd en druk vervolgens op E. Het gemar-keerde item wordt gekopieerd naar de cursorpunt in CAS.

Kans Specificeer de maximale waarschijnlijkheid dat een ant-woord verkeerd is voor niet-deter-ministische algoritmen. Zet deze waarde op nul voor determinist-ische algoritmen.

Newton Specificeer het maximum aantal herhalingen bij gebruik van de newtoniaanse methode om de wortels van een kwadratische functie te vinden.

Factor in graden factor_xn

Wortels zoeken proot

Een startvariabele gebruiken in CAS

U kunt startvariabelen openen binnen het CAS.

Startvariabelen worden toegewezen in hoofdletters; CAS-variabelen worden toegewezen in kleine letters. SIN(x) en SIN(X) leveren daarom verschillende resultaten op.

Voor gebruik van een startvariabele in het CAS hoeft u alleen de naam van de startvariabele in een berekening op te nemen. Stel dat u bijvoorbeeld in de beginweergave een variabele Q aan 100 hebt toegewezen. Stel ook dat u een variabele q hebt toegewezen aan 1000 in het CAS. Als u zich in het CAS bevindt en 5*q invoert, is het resultaat 5000. Als u hiervoor in de plaats 5*Q had ingevoerd, zou het resultaat 500 zijn geweest.

U kunt CAS-variabelen op soortgelijke manier gebruiken in berekeningen in de beginweergave. U kunt dus 5*q in de beginweergave invoeren en 5000 terugkrijgen, zelfs als q een CAS-variabele is.

Examenmodus 69

4 Examenmodus

U kunt de HP Prime precies configureren voor een examen waarbij u elk kenmerk of elke functie voor een bepaalde periode kunt uitschakelen. De configuratie van een HP Prime voor een examen wordt examenmodusconfiguratie genoemd. U kunt meerdere examenmodusconfiguraties maken waarbij u voor elke configuratie de eigen subset aan functionaliteit kunt uitschakelen. U kunt voor elke configuratie een afzonderlijke periode met of zonder wachtwoord instellen. U kunt een

onderzoeksmodusconfiguratie activeren vanaf een HP Prime, via een USB-kabel van de ene HP Prime naar een andere HP Prime verzenden of via de Connectivity Kit naar een of meer HP Primes verzenden.

Examenmodusconfigurat ies zijn in de eerste plaats interessant voor leraren, supervisors en surveillanten die willen controleren of studenten de calculator tijdens een examen op de juiste

wijze gebruiken. In de afbeelding rechts, door gebruikers aangepaste apps, zijn het helpsysteem en het

computeralgebrasysteem geselecteerd om te worden uitgeschakeld.

U kunt voor een examenmodusconfiguratie drie lichtjes activeren op de calculator die regelmatig gaan knipperen tijdens de examenmodus. De lichtjes bevinden aan de bovenkant van de calculator. Aan de lichtjes kan de examensupervisor zien of op een bepaalde calculator de examenmodus is gesloten. Het knipperen van lichtjes op alle calculatoren in de examenmodus wordt

gesynchroniseerd zodat ze allemaal tegelijkertijd hetzelfde knipperpatroon volgen.