• Keine Ergebnisse gefunden

Opslaan en doorsturen instellen op Faxen ontvangen (Voorw. opslaan/

Im Dokument Handelsmerken Deze handleiding (Seite 173-177)

doorsturen)

U kunt instellen dat faxen die zijn ontvangen van een bepaalde afzenden of op een bepaald tijdstip, worden opgeslagen en doorgestuurd. Als u instellingen maakt voor het doorsturen van ontvangen faxen, moet u de bestemming van doorsturen eerst toevoegen aan de contactenlijst. Om een e-mailadres door te sturen, moet u ook de instellingen van de e-mailserver van tevoren configureren.

Opmerking:

Gekleurde documenten kunnen niet worden doorgestuurd naar een andere faxmachine. Ze worden verwerkt als documenten die niet kunnen worden doorgestuurd.

Voordat u de functie gebruikt voor het opslaan en doorsturen van ontvangen faxen op een gespecificeerd moment, moet u ervoor zorgen dat de instellingen Datum/tijd en Tijdsverschil van de printer juist zijn. Open het menu vanuit Instel. >

Algemene instellingen > Basisinstellingen > Datum/tijd instellen.

1. Op het startscherm op het bedieningspaneel van de printer selecteert u Instel..

2. Selecteer Algemene instellingen > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen > Instellingen opsl./doorsturen.

3. Tik op op een niet-vastgelegd vak onder Voorw. opslaan/doorsturen.

4. Selecteer het vak Naam en voer de naam in die u wilt registeren.

5. Selecteer het vak Voorwaarde(en) om een voorwaarde in te stellen.

❏ Overeenk. Faxnummer afzender: als het inkomende faxnummer overeenkomt met de voorwaarden die u in dit item hebt geselecteerd, worden de ontvangen faxen door de printer opgeslagen en doorgestuurd.

Selecteer de voorwaarde Overeenk. Faxnummer afzender en voer het faxnummer in (max. 20 cijfers) door het vak Faxnummer te selecteren.

❏ Subadres (SUB) perfecte overeenkomst: als het subadres (SUB) volledig overeenkomt, worden ontvangen faxen door de printer opgeslagen en doorgestuurd.

Schakel de instelling Subadres (SUB) perfecte overeenkomst in en voer het wachtwoord in door het vak Subadres (SUB) te selecteren.

❏ Wachtwoord (SID) perfecte overeenkomst: als het wachtwoord (SID) volledig overeenkomt, worden ontvangen faxen door de printer opgeslagen en doorgestuurd.

Schakel de instelling Wachtwoord (SID) perfecte overeenkomst in en voer het wachtwoord in door het vak Wachtwoord(SID) te selecteren.

❏ Ontvangsttijd: de printer slaat ontvangen faxen op en stuurt deze door gedurende en opgegeven tijdsduur.

Schakel de instelling Ontvangsttijd in en stel vervolgens in Begintijd en Eindtijd de tijd in.

6. Selecteer het vak Best. Opslaan/Doorsturen.

7. Maak de onderstaande instellingen afhankelijk van de bestemmingen voor opslaan en doorsturen.

De volgende opties kunnen tegelijk worden gebruikt.

174

❏ Afdrukken van ontvangen faxberichten:

Tik op Afdrukken om dit in te stellen op Aan.

❏ Opslaan van de ontvangen faxberichten in de Postvak IN of een vertrouwelijke map:

A Selecteer Opslaan nr.faxbox.

B Tik op Opslaan nr.faxbox om dit in te stellen op Aan.

C Selecteer de map waarin het document moet worden opgeslagen.

❏ Ontvangen faxen opslaan op een extern geheugenapparaat:

A Voer een geheugenapparaat in de externe interface USB-poort van de printer.

B Selecteer Opsl.op geheugenapp..

C Tik op Opsl.op geheugenapp. om dit in te stellen op Aan.

D Controleer het bericht dat wordt weergegeven en tik vervolgens op Aanmaken.

Er wordt een map voor het opslaan van ontvangen documenten gemaakt op het geheugenapparaat.

c

Belangrijk:

Ontvangen documenten worden tijdelijk opgeslagen in het geheugen van de printer voordat de documenten worden opgeslagen in het geheugenapparaat dat is verbonden met de printer. Omdat het verzenden en ontvangen van faxen wordt uitgeschakeld door de fout Geheugen vol, moet u het geheugenapparaat verbonden houden met de printer.

❏ Doorsturen van ontvangen faxen naar e-mails, gedeelde mappen en een ander faxapparaat:

A Selecteer Doorsturen.

B Tik op Doorsturen om dit in te stellen op Aan.

C Selecteer Gegeven toevoegen en selecteer de bestemmingen voor doorsturen in de contactpersonenlijst.

U kunt een doorstuurbestemming opgeven.

D Wanneer u het selecteren voor doorstuurbestemmingen hebt voltooid, tikt u op Sluiten.

E Controleer of de doorstuurbestemming die u hebt geselecteerd, correct is en selecteer vervolgens Sluiten.

F Selecteer in Opties als doorsturen mislukt of ontvangen documenten moeten worden afgedrukt of dat u ze wilt opslaan in het Postvak IN van de printer wanneer het doorsturen mislukt.

c

Belangrijk:

Wanneer het Postvak IN of een vertrouwelijke map vol is, is het ontvangen van faxen uitgeschakeld. U moet de documenten verwijderen uit het Postvak IN wanneer ze zijn gecontroleerd.

Opmerking:

Het aantal documenten dat niet kon worden doorgestuurd, wordt weergegeven in op het startscherm, naast andere onverwerkte taken.

8. Tik op OK om de instellingen voor Best. Opslaan/Doorsturen uit te voeren.

9. Stel de printer in voor het indien nodig versturen van e-mails naar iemand die u op de hoogte wilt brengen over de resultaten van verwerkte faxen.

A Selecteer E-mailmeldingen.

B Tik op het onderstaande item om het in te stellen op Aan.

De volgende opties kunnen tegelijk worden gebruikt.

❏ Melding bij voltooiing ontvangen: hiermee verzendt u een e-mail naar de ontvanger wanneer de printer de fax volledig heeft ontvangen.

❏ Melding bij voltooiing afdrukken: hiermee verzendt u een e-mail naar de ontvanger wanneer de printer de fax volledig heeft afgedrukt.

❏ Melding bij opslaan: hiermee verzendt u een e-mail naar de ontvanger wanneer de printer het ontvangen document naar het geheugenapparaat heeft opgeslagen.

❏ Melding bij voltooiing doorsturen: hiermee verzendt u een e-mail naar de ontvanger wanneer de printer de fax volledig heeft doorgestuurd.

C Selecteer het veld Ontvanger en selecteer vervolgens een ontvanger voor de e-mail uit de contactpersonenlijst.

D Tik op Sluiten om het selecteren van de ontvanger af te ronden.

E Tik op OK.

10. Selecteer OK en vervolgens nogmaals OK om terug te keren naar het scherm Instellingen opsl./doorsturen.

11. Selecteer het geregistreerde vak waarvoor u een voorwaarde wilt instellen en selecteer vervolgens Inschakelen.

Dit is het einde van het maken van voorwaardelijke instellingen voor opslaan en doorsturen voor het ontvangen van faxen.

12. Selecteer als nodig Algemene instellingen.

Voor details wordt verwezen naar de toelichting voor Algemene instellingen in het menu Instellingen opsl./

doorsturen.

Opmerking:

Als u een gedeelde map op een netwerk of een e-mailadres hebt geselecteerd als de doorstuurbestemming, raden wij u aan te testen of u een gescande afbeelding naar de bestemming kunt sturen in de scanmodus. Selecteer Scannen > E-mail of Scannen > Netwerkmap/FTP vanuit het startscherm, selecteer de bestemming en begin vervolgens met scannen.

Gerelateerde informatie

&“Netwerkverbinding” op pagina 19

&“De server of de gedeelde map instellen” op pagina 42

&“Functies voor het onder voorwaarden opslaan en doorsturen van faxen” op pagina 173

&“Menu Instellingen opsl./doorsturen” op pagina 182

Instellingen configureren voor het blokkeren van ongewenste faxen

U kunt ongewenste faxen blokkeren.

1. Selecteer Instel. in het startscherm van het bedieningspaneel van de printer.

2. Selecteer Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Weigeringsfax.

3. Stel de voorwaarde in voor het blokkeren van ongewenste faxen.

Selecteer Weigeringsfax en schakel de volgende opties in.

❏ Lijst geweigerde nummers: weiger faxen van afzenders in de lijst met geblokkeerde nummers.

176

❏ Blanco koptekst fax geblokkeerd: weiger faxen zonder koptekstinformatie.

❏ Niet geregistreerde contacten: weiger faxen van afzenders die niet zijn toegevoegd aan de lijst met contacten.

4. Tik op om terug te keren naar het scherm Weigeringsfax.

5. Als u de Lijst geweigerde nummersgebruikt, selecteert u Lijst geweigerde nummers bewerken en bewerkt u vervolgens de lijst.

Gerelateerde informatie

&“Menu Basisinstellingen” op pagina 179

Instellingen instellen om faxen te verzenden en ontvangen op een computer

Als u faxen wilt verzenden en ontvangen op een client-computer, moet FAX Utility zijn geïnstalleerd op de computer die via een netwerk of USB-kabel is verbonden.

Im Dokument Handelsmerken Deze handleiding (Seite 173-177)