• Keine Ergebnisse gefunden

Bewerkingsvlak zwenken (niet bij TNC 410)(niet bij TNC 410)

Im Dokument TNC 410 TNC 426 TNC 430 (Seite 37-42)

Stapsgewijs positioneren

2.5 Bewerkingsvlak zwenken (niet bij TNC 410)(niet bij TNC 410)

De functies voor het zwenken van het bewerkingsvlak worden door de machinefabrikant aan de TNC en de machine aangepast. Bij bepaalde zwenkkoppen of zwenktafels legt de machinefabrikant vast, of de ingegeven hoeken als coördinaten van de rotatie-assen of als ruimtelijke hoeken geïnterpreteerd worden.

Raadpleeg het machinehandboek.

De TNC ondersteunt het zwenken van bewerkingsvlakken aan gereedschapsmachines met zwenkkoppen alsmede zwenktafels.

Typische toepassingen zijn b.v. schuine boringen of ruimtelijk schuine contouren. Het zwenken van het bewerkingsvlak vindt altijd plaats om het actieve nulpunt. De bewerking wordt, zoals gebruikelijk, in een hoofdvlak (b.v. X/Y-vlak) geprogrammeerd, echter

Y

X Z

X Y

2.5 Bew er kingsvlak zw enk e n (niet bij TNC 41 0 )

X

Z Y

B

10°

Voor het zwenken van het bewerkingsvlak zijn twee functies beschikbaar.

■Handmatig zwenken met de softkey 3D ROT in de werkstanden Handbediening en El. handwiel (hierna omschreven)

■Gestuurd zwenken, cyclus G80 BEWERKINGSVLAK in het bewerkingsprogramma: zie „8.9 Cycli voor

coördinatenomrekening“.

De TNC-functies voor het „Zwenken van het bewerkingsvlak“ zijn coördinatentransformaties. Daarbij staat het bewerkingsvlak altijd loodrecht op de richting van de gereedschapsas.

In principe onderscheidt de TNC bij het zwenken van het bewerkingsvlak twee machinetypes:

Machine met zwenktafel

■Het werkstuk moet door juiste positionering van de zwenktafel, b.v. met een L-regel, in de gewenste bewerkingspositie gebracht worden.

■De positie van de getransformeerde gereedschapsas verandert ten opzichte van het machinevaste coördinatensysteem niet. Als de tafel – dus het werkstuk – b.v. 90° draait, dan draait het coördinatensysteem niet mee. Als in de werkstand

Handbediening de asrichtingstoets Z+ ingedrukt wordt, dan verplaatst het gereedschap zich ook in de richting Z+.

■De TNC houdt voor de berekening van het getransformeerde coördinatensyst. alleen rekening met mechanisch bepaalde verstellingen van de betreffende zwenktafel – zg.

„translatorische“ delen.

Machine met zwenkkop

■Het gereedschap moet door overeenkomstige positionering van de zwenkkop, b.v. met een L-regel, in de gewenste

bewerkingspositie gebracht worden.

■De positie van de gezwenkte (getransformeerde) gereedschapsas verandert ten opzichte van het machinevaste

coördinatensysteem: wanneer de zwenkkop van de machine – dus het gereedschap – b.v. in de B-as +90° gedraaid wordt, dan draait het coördinatensysteem mee. Als in de werkstand Handbediening de asrichtingstoets Z+ ingedrukt wordt, dan verplaatst het gereedschap zich in de richting X+ van het machinevaste coördinatensysteem.

■De TNC houdt voor de berekening van het getransformeerde coördinatensysteem rekening met mechanisch bepaalde verstellingen van de zwenkkop („translatorische“ delen) en met verstellingen die door het zwenken van het gereedschap zijn ontstaan (3D-gereedschapslengtecorrectie).

2.5 Bew er kingsvlak zw enk e n (niet bij TNC 41 0 )

Referentiepunten benaderen bij gezwenkte assen

Bij gezwenkte assen worden de referentiepunten met de externe richtingstoetsen benaderd. De TNC interpoleert daarbij de bijbehorende assen. Let erop, dat de functie „bewerkingsvlak zwenken“ in de werkstand Handbediening actief is en de actuele hoek van de rotatie-as in het menuveld geregistreerd werd.

Nadat de rotatie-assen gepositioneerd zijn, wordt het

referentiepunt vastgelegd zoals in het niet gezwenkte systeem. De TNC rekent het nieuwe referentiepunt in het gezwenkte

coördinatensysteem om. De hoekwaarden voor deze berekening haalt de TNC bij geregelde assen uit de actuele positie van de rotatie-as.

In het gezwenkte systeem mag het referentiepunt niet vastgelegd worden, wanneer in machineparameter 7500, bit 3 is vastgelegd. Anders berekent de TNC de verstelling foutief.

Indien de rotatie-as(sen) van de machine niet geregeld zijn, moet de actuele positie van de rotatie-as in het menu voor handmatig zwenken ingegeven worden:

komt de actuele positie van de rotatie-as(sen) niet overeen met de ingave, wordt door de TNC het referentiepunt fout berekend.

Referentiepunt vastleggen bij machines met rondtafel De instelling van de TNC bij het vastleggen van het referentiepunt is afhankelijk van de machine. Raadpleeg het machinehandboek.

De TNC verzet het referentiepunt automatisch, wanneer de tafel gedraaid wordt en de functie bewerkingsvlak zwenken actief is.

MP 7500, bit 3=0

Om de verstelling van het referentiepunt te berekenen, gebruikt de TNC het verschil tussen de REF-coördinaat bij het referentiepunt vastleggen en de REF-coördinaat van de zwenkas na het zwenken.

Deze berekeningsmethode kan gebruikt worden, wanneer in de 0°-positie (REF-waarde) van de rondtafel het werkstuk uitgericht is opgespannen.

MP 7500, bit 3=1

Wanneer een scheef opgespannen werkstuk via een rotatie van de rondtafel wordt uitgericht, dan mag de TNC de verstelling van het referentiepunt niet meer via het verschil tussen de REF-coördinaten berekenen. De TNC gebruikt direct de REF-waarde van de zwenkas na het zwenken, dus gaat ervan uit dat het werkstuk voor het zwenken werd uitgericht.

Positieweergave in het gezwenkte systeem De in het statusveld weergegeven posities (NOMINAAL en ACTUEEL) zijn gerelateerd aan het gezwenkte coördinatensysteem.

Beperkingen bij zwenken van het bewerkingsvlak

■De tastfunctie basisrotatie kan niet gebruikt worden.

■PLC-positioneringen (door de machinefabrikant vastgelegd) zijn niet toegestaan.

■Positioneerregels met M91/M92 zijn niet toegestaan.

2.5 Bew er kingsvlak zw enk e n (niet bij TNC 41 0 )

Handmatig zwenken activeren

Handmatig zwenken kiezen: softkey 3D ROT De menupunten kunnen alleen door middel van de pijltoetsen gekozen worden

<

Zwenkhoek ingeven

<

Gewenste werkstand in menupunt bewerkingsvlak zwenken op actief zetten: menupunt kiezen, met ENT-toets doorschakelen

<

Ingave beëindigen: toets END

Voor het desactiveren worden in het menu bewerkingsvlak zwenken de gewenste werkstanden op inactief gezet.

Wanneer de functie bewerkingsvlak zwenken actief is en de TNC de machine-assen overeenkomstig de gezwenkte assen verplaatst, wordt in de statusweergave het symbool zichtbaar.

Als de functie bewerkingsvlak zwenken voor de werkstand Programma-afloop op actief gezet wordt, dan geldt de in het menu geregistreerde zwenkhoek vanaf de eerste regel van het af te werken bewerkingsprogramma. Als in het bewerkingsprogramma cyclus G80 BEWERKINGSVLAK gebruikt wordt, dan zijn de in de cyclus gedefinieerde hoekwaarden (vanaf de cyclusdefinitie) actief.

De in het menu geregistreerde hoekwaarden worden door de opgeroepen waarden overschreven.

2.5 Bew er kingsvlak zw enk e n (niet bij TNC 41 0 )

Positioneren met handingave

3

Y

X Z

50

50

3.1 Eenvoudige bewerkingen program

Im Dokument TNC 410 TNC 426 TNC 430 (Seite 37-42)