• Keine Ergebnisse gefunden

Scannen in de Professionele modus

Im Dokument Auteursrechten en handelsmerken (Seite 28-34)

Wanneer u Professionele modus selecteert, wordt het venster van Epson Scan weergegeven in de Professionele modus.

1. Plaats uw origineel of originelen op de glasplaat. Zie “Documenten of foto’s op de scanner plaatsen” op pagina 16 voor instructies.

2. Start Epson Scan. Zie “Epson Scan starten” op pagina 20 voor instructies.

3. Selecteer Professionele modus bij Modus. Zie “De scanmodus wijzigen” op pagina 23 voor instructies.

4. Open de keuzelijst Documenttype door op de pijl te klikken en selecteer Reflecterend.

5. Selecteer Documenttabel als Documentbron.

6. Klik op de pijl van de lijst Automatische belichting en selecteer Document of Foto.

7. Klik op de pijl om de lijst Beeldtype te openen en selecteer het beeldtype dat u wilt scannen.

Opmerking:

Als u Halftoon selecteert, kunt u ook Patroon instellen. Om deze instelling in te schakelen klikt u op + (Windows) of r(Mac OS X) naast Beeldtype. Zie de Help van Epson Scan voor meer informatie over deze instelling.

Als u 8-bit grijs of Zwart-wit selecteert, kunt u ook een instelling selecteren bij Beeldoptie, zoals hierna beschreven. Om deze instelling in te schakelen klikt u op + (Windows) of r(Mac OS X) naast Beeldtype.

Instelling bij Beeldtype

Type afbeelding dat u wilt scannen

24-bit kleuren Kleurenfoto's

Gladde kleuren Grafisch materiaal in kleur, zoals diagrammen en grafieken 8-bit grijs Zwart-witfoto's met slechts een paar verschillende grijstinten Halftoon Tekeningen of foto's met veel verschillende tinten

Zwart-wit Documenten met zwarte tekst en/of lijntekeningen

Instelling bij Beeldoptie Beschrijving

Geen Er wordt geen instelling voor

Beeldoptie toegepast.

Drop-out: Rood Hiermee valt de kleur rood uit de scan weg.

Drop-out: Groen Hiermee valt de kleur groen uit de scan weg.

8. Klik op de pijl om de lijst Resolutie te openen en selecteer de gewenste resolutie voor uw originelen. Zie “Scanresolutie selecteren” op pagina 34 voor instructies.

9. Klik op Voorbeeldscan om een voorbeeldscan van de afbeeldingen te maken. Het venster Voorbeeldscan wordt weergegeven met daarin uw afbeelding(en). Zie

“Scangebied weergeven en aanpassen” op pagina 35 voor meer informatie over de instellingen in het venster Voorbeeldscan.

10. Pas de beeldkwaliteit aan, indien nodig. Zie “Kleur- en andere beeldinstellingen aanpassen” op pagina 40 voor instructies.

11. Open de lijst Doelgrootte door op de pijl te klikken en selecteer zo nodig de grootte die de gescande afbeeldingen moeten krijgen. U kunt uw afbeeldingen scannen op de grootte van het origineel, maar het is ook mogelijk om het formaat tijdens het scannen aan te passen door een Doelgrootte te selecteren. Zie “Scanformaat selecteren” op pagina 46 voor instructies.

12. Klik op Scannen.

Wat er vervolgens gebeurt, hangt af van de manier waarop u het scannen bent begonnen.

Zie “De scan voltooien” op pagina 51 voor instructies.

Kleur verbeteren: Rood Hiermee wordt de kleur rood in de scan verbeterd.

Kleur verbeteren: Groen Hiermee wordt de kleur groen in de scan verbeterd.

Kleur verbeteren: Blauw Hiermee wordt de kleur blauw in de scan verbeterd.

Text Enhancement Technology Hiermee wordt de

OCR-nauwkeurigheid (Optical Character Recognition) verbeterd, doordat de achtergrond uit de scan wordt weggefilterd. Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer

Beeldtype is ingesteld op Zwart-wit.

Auto Area Segmentation Hiermee worden afbeeldingen in grijswaarden duidelijker en de tekstherkenning nauwkeuriger, doordat tekst wordt gescheiden van afbeeldingen. Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer Beeldtype is ingesteld op Zwart-wit.

Instellingen voor Bewaar bestand selecteren

In het venster Instellingen voor Bewaar bestand selecteert u de locatie, naam en bestandsindeling voor de gescande afbeelding.

1. Klik op de knop Instellingen voor Bewaar bestand rechts naast de knop Scannen.

Het dialoogvenster Instellingen voor Bewaar bestand verschijnt.

Opmerking:

Als u Epson Scan hebt gestart vanuit een TWAIN-programma als Adobe Photoshop Elements, wordt het pictogram Instellingen voor Bewaar bestand niet weergegeven.

2. Geef in het dialoogvenster Instellingen voor Bewaar bestand de map op waarin u de gescande afbeelding wilt opslaan.

Selecteer het keuzerondje Document of Afbeeldingen of het keuzerondje Mijn documenten of Mijn afbeeldingen.

Als u een andere map wilt selecteren, klikt u op Aangepast gevolgd door Blader (Windows) of Kiezen (Mac OS X). Vervolgens selecteert u de map.

Als u de afbeelding op het bureaublad wilt opslaan, klikt u gewoon op het keuzerondje Aangepast.

3. Geef als voorvoegsel voor de bestandsnaam een alfanumerieke tekenreeks op. Aan de bestandsnaam wordt automatisch een volgnummer van drie cijfers toegevoegd. Het startnummer kunt u naar wens aanpassen. Als u meerdere afbeeldingen tegelijk scant, krijgt elke afbeelding een ander driecijferig volgnummer.

Opmerking:

De volgende tekens kunnen niet worden gebruikt in het voorvoegsel.

Windows: \, /, :, _, *, ?, ", <, >, | Mac OS X: :

4. Open de lijst Type door op de pijl te klikken en selecteer de gewenste bestandsindeling (zie beschrijving in de volgende tabel). Afhankelijk van het bestandstype kan de knop Opties wel of niet worden gebruikt voor het opgeven van gedetailleerde instellingen.

Bestandstype (extensie)

Beschrijving

BITMAP (*.bmp) (alleen Windows)

Een standaardindeling van Windows voor afbeeldingsbestanden.

De meeste Windows-programma's, waaronder ook

tekstverwerkingsprogramma's, kunnen afbeeldingen in deze indeling lezen en verwerken.

JPEG (*.jpg) Een bestandsindeling met compressie. De mate van compressie kan worden ingesteld. Met JPEG is een verregaande compressie van afbeeldingsgegevens mogelijk. Maar hoe hoger de

compressie, des te lager de kwaliteit van de afbeelding. De verloren kwaliteit kan niet worden teruggehaald en telkens wanneer de gegevens worden opgeslagen neemt de kwaliteit verder af. Daarom wordt het bestandstype TIFF aangeraden wanneer een bestand uitgebreid moet worden bewerkt of geretoucheerd.

Multi-TIFF (*.tif) Een TIFF-bestandsindeling waarbij meerdere pagina’s worden opgeslagen in hetzelfde bestand. De gescande afbeeldingen kunnen vóór het opslaan ook worden bewerkt. Zie de Help van Epson Scan voor meer informatie. Om Multi-TIFF-bestanden te kunnen openen, hebt u een programma nodig dat dit

bestandstype ondersteunt.

5. De selectievakjes onder in het venster bieden u de volgende mogelijkheden.

Bestanden met dezelfde naam overschrijven

Schakel dit selectievakje in als u de geselecteerde bestandsnaam en locatie opnieuw wilt gebruiken en eerdere bestanden met dezelfde naam wilt overschrijven.

Dit dialoogveld voor de volgende scan tonen

Schakel dit selectievakje in als het venster Instellingen voor Bewaar bestand automatisch moet worden geopend vóór het scannen. Als u het selectievakje uitschakelt, moet u op de knop Instellingen voor Bewaar bestand klikken om het venster te openen voordat u op Scannen klikt.

Open afbeeldingsmap na scannen

Schakel dit selectievakje in als de map met de daarin opgeslagen gescande afbeeldingen na het scannen automatisch moet worden geopend door Windows Verkenner of Macintosh Finder.

Toon venster Pagina toevoegen na scannen

Schakel dit selectievakje in als u van meerdere gescande afbeeldingen één PDF- of Multi-Tiff-bestand wilt maken. Na elke scan wordt automatisch een venster

weergegeven met daarin de knoppen Pagina toevoegen, Pagina bewerken en Bestand opslaan.

6. Klik op OK.

PDF (*.pdf) Een documentindeling die volledig platformonafhankelijk is en dus op zowel Windows- als Macintosh-systemen kan worden gelezen.

Voor het gebruik van PDF-documenten in Windows hebt u Adobe Reader of Acrobat nodig. Documenten die uit meerdere pagina's bestaan, kunnen in één PDF-bestand worden opgeslagen.

Wanneer u kleuren- of zwart-witafbeeldingen opslaat als PDF-bestand, kunt u zelf de gewenste compressie selecteren.

PICT (*.pct) (alleen Macintosh)

Een standaardindeling van Macintosh voor afbeeldingsbestanden.

De meeste Macintosh-programma's, waaronder ook

tekstverwerkingsprogramma's, kunnen afbeeldingen in deze indeling lezen en verwerken.

PRINT Image Matching II JPEG (*.jpg) of TIFF (*.tif)

Een bestandsindeling voor bestanden met PRINT Image Matching II-gegevens voor een hogere kwaliteit en meer kleuren. Wanneer u een met PRINT Image Matching II compatibele printer gebruikt, kunt u de afbeeldingen op basis van deze gegevens afdrukken in schitterende en levensechte kleuren. (PRINT Image Matching is niet van invloed op de manier waarop de afbeelding wordt

weergegeven op uw beeldscherm.) Beschikbaar voor JPEG en TIFF.

TIFF (*.tif) Een bestandsindeling die is gemaakt voor de uitwisseling van gegevens tussen veel programma's, zoals grafische software en DTP-programma's. Bij het scannen van zwart-witafbeeldingen kunt u zelf het compressietype opgeven.

Instructies voor gedetailleerde instellingen

Im Dokument Auteursrechten en handelsmerken (Seite 28-34)