• Keine Ergebnisse gefunden

Menuopties voor Algemene instellingen

Im Dokument Over deze handleiding (Seite 52-56)

Basisinstellingen

Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.

Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen

Lcd-helderheid:

Hiermee past u de helderheid van het display aan.

Slaaptimer:

Pas de tijdsduur aan voor het inschakelen van de slaapmodus (energiebesparingsmodus) wanneer de printer geen bewerkingen uitvoert. Het lcd-scherm gaat uit als de ingestelde tijd is verstreken.

Uitschakelingstimer:

Uw product heeft mogelijk deze functie of de functie Uitschakelinst., afhankelijk van de plaats van aankoop.

Selecteer deze instelling om de printer automatisch uit te schakelen als deze gedurende een vastgestelde periode niet wordt gebruikt. U kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.

Uitschakelinst.:

Uw product heeft mogelijk deze functie of de functie Uitschakelingstimer, afhankelijk van de plaats van aankoop.

❏ Uitschakelen indien inactief

Selecteer deze instelling om de printer automatisch uit te schakelen als deze gedurende een vastgestelde periode niet wordt gebruikt. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.

❏ Uitschakelen indien losgekoppeld

Als u deze instelling selecteert, schakelt de printer na 30 minuten uit als alle netwerkpoorten, inclusief de LINE-poort, zijn losgekoppeld. Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de regio.

Taal/Language:

Selecteer de taal van het lcd-scherm.

Time-out bewerking:

Selecteer Aan om terug te keren naar het beginscherm wanneer gedurende een vastgestelde tijd geen

Printerinstellingen

Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.

Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen

Instellingen papierbron:

Papierinstelling:

Selecteer het formaat en type papier dat u in de papierbron hebt geplaatst. U kunt Favoriete papierinstell. configureren in papierformaat en papiertype.

Autom.wisselen A4/Letter:

Selecteer Aan om papier te laden van de papierbron, ingesteld als A4-formaat, wanneer er geen papierbron ingesteld is als Letter-formaat, of om papier te laden van de papierbron, ingesteld als Letter-formaat, wanneer er geen papierbron ingesteld is als A4-formaat.

Foutmelding:

Selecteer Aan om foutberichten weer te geven wanneer het geselecteerde papierformaat of -type niet overeenkomt met het papier dat is geladen.

Autom. weerg. papierinstelling:

Selecteer Aan om het scherm Papierinstelling weer te geven wanneer u papier in de papierbron laadt. Als u deze functie uitschakelt, kunt u niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad met AirPrint.

Algem. afdrukinst.:

Deze afdrukinstellingen worden toegepast wanneer u afdrukt vanaf een extern apparaat zonder gebruik te maken van het printerstuurprogramma.

Offset boven:

Hiermee past u de bovenmarge van het papier aan.

Offset links:

Hiermee past u de linkermarge van het papier aan.

Offset boven achter:

Hiermee past u de bovenmarge van het papier voor de achterzijde van de pagina aan bij dubbelzijdig afdrukken.

Offset links achter:

Hiermee past u de linkermarge van het papier voor de achtermarge van de pagina aan bij dubbelzijdig afdrukken.

Controleer papierbreedte:

Selecteer Aan om voor het afdrukken de papierbreedte te controleren. Hierdoor voorkomt u

Lege pagina overslaan:

Hiermee worden lege pagina's in de afdrukgegevens automatisch overgeslagen.

Auto probleemopl.:

Selecteer een actie bij het optreden van een fout bij dubbelzijdig afdrukken of vol geheugen.

❏ Aan

Hiermee wordt een waarschuwing weergegeven en wordt in de modus voor enkelzijdig afdrukken afgedrukt wanneer er tijdens dubbelzijdig afdrukken een fout is opgetreden, of worden alleen de gegevens afgedrukt die de printer heeft kunnen verwerken toen het geheugen vol was.

❏ Uit

Er wordt een foutmelding weergegeven en de afdruktaak wordt geannuleerd.

Stille modus:

Selecteer Aan om het geluid tijdens het afdrukken te verminderen. De afdruksnelheid kan hierdoor worden verlaagd. Afhankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de

afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.

Droogtijd voor inkt:

Selecteer de droogtijd van de inkt die u wilt gebruiken bij dubbelzijdig afdrukken. De printer drukt de andere zijde af nadat de ene zijde is afgedrukt. Als uw afdruk is gevlekt, verhoogt u de

tijdsinstelling.

Bidirectioneel:

Selecteer Aan om da afdrukrichting te wijzigen. Drukt af wanneer de printkop naar links beweegt en wanneer hij naar rechts beweegt. Als verticale of horizontale lijnen op uw afdrukken niet scherp of niet goed uitgelijnd zijn, kunt u dit probleem mogelijk verhelpen door deze functie uit te schakelen.

De afdruksnelheid kan dan wel afnemen.

PC-verbinding via USB:

Selecteer Inschakelen om de computer toegang te geven tot de printer wanneer deze via USB is verbonden. Wanneer Uitschakelen wordt geselecteerd, worden afdruktaken en scantaken die niet via een netwerkverbinding gaan beperkt.

Netwerkinstellingen

Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.

Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen

Netwerkstatus:

Hiermee worden de actuele netwerkinstellingen weergegeven of afgedrukt.

Controle van netwerkverbinding:

Hiermee controleert u de huidige netwerkverbinding en drukt u een rapport af.Als er problemen zijn met de verbinding, kunt u het rapport raadplegen om het probleem te verhelpen.

Geavanceerd:

Geef de volgende gedetailleerde instellingen op.

❏ Apparaatnaam

❏ TCP/IP

❏ Proxy-server

❏ IPv6-adres

❏ link Speed & Duplex

Gerelateerde informatie

&“Handmatig Wi-Fi-instellingen configureren” op pagina 25

&“Wi-Fi-instellingen configureren via de drukknopinstelling (WPS)” op pagina 26

&“Wi-Fi-instellingen configureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 28

&“Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) configureren” op pagina 29

&“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 40

&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 32

&“De netwerkstatus wijzigen naar ethernet op het bedieningspaneel” op pagina 41

&“Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 31

Im Dokument Over deze handleiding (Seite 52-56)