• Keine Ergebnisse gefunden

Eerste ingebruikneming

Im Dokument BR 30/4 C BR 30/4 C Adv (Seite 37-42)

Werking

Schoonwatertank vullen

37 NL

– 3

 Schoonwatertank van het apparaat ne-men.

 Deksel van het schoonwaterreservoir openen.

 Mengsel water/reinigingsmiddel vullen.

Maximale temperatuur van de vloeistof 50 °C.

 Deksel van het schoonwaterreservoir sluiten.

 Schoonwatertank in het apparaat plaatsen.

 Onderste kabelhaak naar boven zwen-ken en kabel wegnemen.

 Stroomkabel en stekker controleren op beschadiging en breuk. Vervanging uit-sluitend door de klantendienst of een electricien laten uitvoeren.

 Netstekker in het stopcontact steken.

GEVAAR

Verwondingsgevaar door elektrische schok door een beschadigde stroomleiding.

Stroomleiding niet met de roterende bor-stels in contact laten komen.

LET OP

Beschadigingsgevaar voor de vloerbedek-king De reinigingsmethode voor sterke ver-ontreiniging mag enkel bij een daarvoor ge-schikte vloer toegepast worden.

Beschadigingsgevaar voor de verswater-pomp bij droogloop door een leeg schoon-waterreservoir. Observeer de niveau-indi-catie en schakel bij een leeg schoonwater-reservoir de schakelaar van de waterpomp uit.

 Pedaal Omhoog zetten zuigbalk in stand „Afzuigen“ brengen (afbeelding 3 - stand „1/ON“, zie omslagpagina).

 Ontgrendeling parkeerstand induwen en greep naar achteren zwenken.

 Hoofdschakelaar Borstel-/Zuigwerking op „1“ stellen.

 Schakelaar Waterpomp inschakelen.

 Apparaat over de te reinigen oppervlak-te bewegen.

LET OP

Beschadigingsgevaar voor de vloerbedek-king De reinigingsmethode voor sterke ver-ontreiniging mag enkel bij een daarvoor ge-schikte vloer toegepast worden.

 Pedaal Omhoog zetten zuigbalk in stand „Niet afzuigen“ brengen (afbeel-ding 3 - stand „0/OFF“, zie omslagpagi-na) en reiniging uitvoeren zoals bij nor-male verontreiniging. De reinigings-vloeistof blijft op het te reinigen opper-vlak en heeft tijd om in te werken.

 Pedaal Omhoog zetten zuigbalk in stand „Afzuigen“ brengen en nogmaals over het te reinigen oppervlak rijden.

 Zuigbuis aan de greep naar boven uit-trekken, zuigkop erop steken en vuil op-zuigen.

 Sproeier verwijderen, zuigbuis opnieuw aanbrengen en greep laten vastklikken.

 Schakelaar waterpomp uitschakelen.

 Apparaat nog een eindje verderschui-ven om het resterende water op te zui-gen.

 Hoofdschakelaar Borstel-/Zuigwerking op „0“ stellen.

 Greep naar voren zwenken en in de parkeerstand laten vastklikken.

 Stekker uit het stopcontact trekken.

Gebruik

Reini- gings-middel

Dosering

Onderhoudsreiniger

alkalisch CA 50 C0,2 - 1,0%

Onderhoudsreiniger zuur, voor sanitair, zwembaden, enz. Ver-wijdert kalkafzettingen.

RM 738 0,5 - 3,0%

Onderhoud EXTRA RM 780 0,5 - 2,0%

Vloerreiniger, zuur RM 751 1,0 - 25%

Netaansluiting opbouwen

Reinigen

Normale verontreiniging

Sterke verontreiniging

Zuigen in hoeken (alleen BR 30/4 C Adv)

Reiniging beëindigen

38 NL

– 4 Instructie:

Bij volle vuilwatertank sluit de vlotter het zuigkanaal af. De afzuiging wordt onder-broken. Maak het vuilwaterreservoir leeg.

WAARSCHUWING

Lokale voorschriften inzake de behande-ling van afvalwater in acht nemen.

 Apparaat uitschakelen.

 Apparaat rechtzetten en in de parkeer-stand laten vastklikken.

 Schoonwatertank van het apparaat nemen.

 Draagbeugel vuilwatertank naar beneden zwenken en vuilwatertank wegnemen.

 Sluiting optillen en deksel van de vuil-watertank wegnemen.

 Vuil water weggieten.

 Vervolgens de vuilwatertank met schoon water uitspoelen.

 Deksel op het vuilwaterreservoir plaat-sen en laten vergrendelen.

 Vuilwatertank in het apparaat plaatsen.

 Schoonwatertank van het apparaat nemen.

 Deksel van het schoonwaterreservoir openen.

 Reinigingsvloeistof uitgieten.

 Deksel van het schoonwaterreservoir sluiten.

 Schoonwatertank in het apparaat plaatsen.

VOORZICHTIG

Verwondings- en beschadigingsgevaar!

Neem bij het transport het gewicht van het apparaat in acht.

 Greep naar voren zwenken en in de parkeerstand laten vastklikken.

 Greep naar achteren zwenken en appa-raat schuiven

of

 Apparaat aan de draaggreep optillen en dragen.

 Bij het transport in voertuigen moet het apparaat conform de geldige richtlijnen beveiligd worden tegen verschuiven en kantelen.

VOORZICHTIG

Gevaar voor lichamelijk letsel en beschadi-ging! Let op het gewicht van het apparaat bij opslag.

Het apparaat mag alleen binnen worden opgeborgen.

GEVAAR

Verwondingsgevaar door onverwacht star-tend apparaat en elektrische schok Voor alle werkzaamheden aan het appa-raat moet het appaappa-raat uitgeschakeld en de stekker uitgetrokken worden.

LET OP

Beschadigingsgevaar voor het apparaat door uitlopend water Maak het vuilwater- en het schoonwaterreservoir leeg voor on-derhoudswerkzaamheden aan het appa-raat.

LET OP

Beschadigingsgevaar. Spuit het apparaat niet met water schoon en gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen.

 Vuilwaterreservoir leegmaken.

 Afdichtingen tussen vuilwaterreservoir en apparaat reinigen.

 Schoonwaterreservoir leegmaken.

 Apparaat spoelen: schoonwaterreser-voir met zuiver water (zonder reini-gingsmiddel) vullen en apparaat gedu-rende één minuut met ingeschakelde borstelbewatering gebruiken.

 Schoonwaterreservoir leegmaken.

 Apparaat aan de buitenkant met een vochtige, in mild zeepsop gedrenkte doek reinigen.

 Zuigbalk reinigen, op slijtage controle-ren en indien nodig vervangen (zie "On-derhoudswerkzaamheden").

 Borstel op slijtage controleren, indien nodig vervangen (zie "Onderhouds-werkzaamheden". Na het werk

39 NL

– 5

 Voorgeschreven inspectie door electri-cien laten uitvoeren.

Instructie:

De zuigbalken zijn met een klikverbinding op het apparaat bevestigd en kunnen ge-makkelijk weggenomen worden.

 Pedaal Omhoog zetten zuigbalk in stand „Afzuigen“ brengen (afbeelding 3 - stand „1/ON“, zie omslagpagina).

 Schoonwaterreservoir wegnemen.

 Vuilwaterreservoir wegnemen.

 Apparaat op de achterkant leggen.

 Zuigbalk er naar onderen uittrekken.

 Nieuwe zuigbalk inzetten en laten vast-klikken.

 Schoonwaterreservoir wegnemen.

 Vuilwaterreservoir wegnemen.

 Apparaat op de achterkant leggen.

 Ontgrendelknop borstelwals indrukken en borstelwals naar omlaag zwenken en van de meenemer trekken.

 Nieuwe borstelwals op de meenemer steken en aan de tegenovergestelde kant laten vastklikken.

Bij vorstgevaar:

 Schoon- en vuilwatertank legen.

 Apparaat in een vorstvrije ruimte op-slaan.

GEVAAR

Verwondingsgevaar door onverwacht star-tend apparaat en elektrische schok Voor alle werkzaamheden aan het appa-raat moet het appaappa-raat uitgeschakeld en de stekker uitgetrokken worden.

LET OP

Beschadigingsgevaar voor het apparaat door uitlopend water Maak het vuilwater- en het schoonwaterreservoir leeg voor on-derhoudswerkzaamheden aan het appa-raat.

Bij storingen die met behulp van deze tabel niet opgelost kunnen worden de klanten-dienst raadplegen.

Jaarlijks

Onderhoudswerkzaamheden Zuigbalk vervangen

Vervangen van de borstelrol

Vorstbeveiliging

Storingen

Storing Oplossing

Apparaat wil niet star-ten.

Controleren of de netstekker ingestoken is.

Onvoldoende water-hoeveelheid

Peil van het schone water controleren, indien nodig reservoir bijvul-len.

Sluiting schoonwaterreservoir openen. Indien bij het openen een onderdruk in het reservoir wordt vastgesteld, moet de ontluchtings-klep in de sluiting van het schoonwaterreservoir gereinigd worden.

Waterverdeler reinigen (zie "Waterverdeler reinigen").

Verswatertank eruit nemen en zeef op vervuiling controleren. In-dien nodig, zeef eruit nemen en schoonmaken.

Ventiel met filter van het schoonwaterreservoir verwijderen (afbeel-ding 4, zie omslagpagina) en in lauwwarm water spoelen.

Schoonwaterreservoir drupt bij het navullen

Ventiel met filter van het schoonwaterreservoir verwijderen (afbeel-ding 4, zie omslagpagina) en in lauwwarm water spoelen.

40 NL

– 6

 Borstelwals eruit nemen.

 Waterverdeellijst in de borsteltunnel er-uit trekken (afbeelding 5, zie omslagpa-gina).

 Bewateringskanaal en openingen in de waterverdeellijst reinigen onder stro-mend water.

 Schoonwatertank van het apparaat ne-men.

 Draagbeugel vuilwatertank naar bene-den zwenken en vuilwatertank wegne-men.

 Verbinding zuigbuis naar achteren uit het apparaat trekken en beide uiteinden van de zuigbuis eruit zwenken (afbeel-ding 6, zie omslagpagina).

De zuigbuis is onderbroken en beide uiteinden zijn toegankelijk voor de reini-ging.

 Zuigbalk naar beneden eruit trekken, het zuigkanaal in de reinigingskop is toegankelijk voor de reiniging (afbeel-ding 7, zie omslagpagina).

 Zuigslang en zuigkanaal met water doorspoelen of verstopping met een stomp voorwerp eruit trekken of duwen.

Onvoldoende zuigca-paciteit

Vuilwaterreservoir leegmaken.

Vuilwaterreservoir in het apparaat laten vastklikken.

Afdichting tussen vuilwaterreservoir en deksel reinigen en op dicht-heid controleren, indien nodig vervangen.

Pakkingen tussen deksel vuilwaterreservoir en apparaat controle-ren. Bij beschadigde pakkingen klantendienst consultecontrole-ren.

Controleren of de zuigbalken in de reinigingskop vastgeklikt zijn.

Zuigbalk verstopt, reinigen.

Wanneer de zuigbalken versleten zijn, de voorste en achterste zuigbalken met elkaar verwisselen. Wanneer beide zuigbalken ver-sleten zijn, nieuwe zuigbalken erin zetten.

Controleren of beide delen van de zuigbuis correct met de zuigbuis verbonden zijn.

Zuigbuis en zuigkanaal in de reinigingskop op verstopping contro-leren, indien nodig verstopping oplossen (zie „Zuigbuis reinigen“).

Controleren of de kabel achter de tanks vlak is gelegd en of het bij-gevoegde deksel is aangebracht.

Onvoldoende reini-gingsresultaat

Borstelwals op slijtage controleren, indien nodig vervangen.

Borstel draait niet Controleren of vreemde voorwerpen de borstelwals blokkeert, in-dien nodig vreemde voorwerpen verwijderen.

Krakend geluid, borstel draait niet

Schuifkoppeling is in werking gezet. Apparaat uitschakelen, bor-stelwals controleren / reinigen.

Waterverdeler reingen Zuigbuis reinigen

41 NL

– 7 Gebruik alleen origineel toebehoren en ori-ginele reserveonderdelen. Deze garande-ren dat het apparaat veilig en zonder storin-gen functioneert.

Informatie over het toebehoren en de re-serveonderdelen vindt u op www.kaer-cher.com.

In elk land gelden de door onze bevoegde verkoopmaatschappij uitgegeven garantie-voorwaarden. Eventuele storingen aan de accessoires herstellen wij binnen de garan-tieperiode kostenloos voor zover een mate-riaal- of productiefout de oorzaak is. Voor garantieaanspraken wendt u zich met uw aankoopbewijs tot uw handelaar of de dichtstbijzijnde, bevoegde klantendienst.

Toebehoren

Toebehoren Beschrijving Bestelnummer

Walsborstel, rood Universele borstel voor alle ondergronden. 4.762-428.0 Walsborstel, oranje Speciale borstel voor ondergronden met

reliëf, zoals bijvoorbeeld veiligheidstegels of voegen

4.762-484.0

Walsborstel, wit Zachte borstel voor gevoelige ondergron-den en om te polijsten

4.762-452.0 Walsborstel, blauw Zachte borstel voor de dieptereiniging van

tapijten

4.762-499.0 Microvezelwals Speciaal voor fijne stenen tegels,

reini-gingsborstel van microvezel met bijzonder hoge reinigingskracht.

4.762-453.0

Reservezuiglip Van natuurlijke rubber. 2 st. vereist. 4.777-320.0.

Reservezuiglip, oliebe-stendig

Voor olie- en vethoudende verontreinigin-gen bijvoorbeeld in keuken en werkplaats.

2 st. vereist.

4.777-324.0

Tapijtreinigingsset Dieptereiniging van textielondergronden.

Bestaande uit borstelwalsen, 2 zuigbal-ken, 1 liter geconcentreerd reinigingsmid-del en 500 ml vlekverwijderaar

2.783-005.0

Toebehoren en

Im Dokument BR 30/4 C BR 30/4 C Adv (Seite 37-42)