1
Kennistoets
maand null HUISARTS EN WETENSCHAP
Delay bij TIA
1. Dolmans en Rutten interviewden patiënten die waarschijnlijk een TIA hadden gehad. Wat was meestal de 1e reactie van patiënten?
a. Afwachten
b. Direct contact zoeken met een medisch hulpverlener
c. Familie/vriend om advies vragen 2. Welk percentage van de patiënten zag
de klachten als een spoedgeval?
a. Iets meer dan 10%
b. Iets meer dan 30%
c. Iets meer dan 50%
d. Iets meer dan 70%
3. Het door Dolmans en Rutten be- schreven mediane patient delay bij vermoeden van een TIA was 17,5 uur.
Vonden zij hierin een verschil tussen patiënten met uiteindelijk een zekere of waarschijnlijke TIA en patiënten met uiteindelijk een mogelijke of geen TIA?
a. Ja, het delay bij patiënten met een zekere of waarschijnlijke TIA was hoger.
b. Ja, het delay bij patiënten met een mogelijke of geen TIA was hoger.
c. Nee, er werd geen verschil voor deze groepen gevonden.
4. Ongeveer 10% van de patiënten met een TIA krijgt binnen 3 maanden na de TIA een herseninfarct. Welke in- terventie noemen Dolmans en Rutten als belangrijkste ter preventie van een herseninfarct?
a. Betere publieksbewustwording van de verschijnselen van een TIA.
b. Snelle start van een plaatjesrem- mer bij vermoeden van een TIA.
c. Verkorting van patient en doctors delay bij vermoeden van een TIA of beroerte.
5. De explicit diagnostic criteria for TIA beschrijven symptomen die als geïsoleerd symptoom niet direct typisch zijn voor een TIA. Voor welke visussymptoom geldt dit?
a. Amaurosis fugax b. Dubbelzien c. Hemianopsie
6. Bij de heer Yavuz, 68 jaar, vermoedt de huisarts een TIA. In overleg met de neuroloog wordt hij aangemeld voor de TIA-poli. De huisarts wil in afwachting daarvan starten met plaatjesremming. Welk beleid is op dit moment aangewezen?
a. Acetylsalicylzuur 80 mg 1 dd b. Acetylsalicylzuur 160 mg 1 dd c. Clopidogrel 75 mg 1 dd
d. Acetylsalicylzuur 80 mg 1 dd en dipyridamol 200 mg 2 dd 7. Een aios ziet mevrouw De Haan, 74
jaar, die gedurende ongeveer een kwartier complete uitval van de visus aan haar rechteroog had. De aios stelt de diagnose amaurosis fugax. In het stroomgebied van welke arterie werd in dit geval de bloedtoevoer onder- broken?
a. Arteria basilaris
b. Arteria carotis interna dextra c. Arteria carotis interna sinistra 8. Mevrouw Toussaint, 76 jaar, maak-
te 6 jaar geleden een herseninfarct
door. Er zijn geen restverschijnselen.
Ze gebruikt dagelijks amlodipine, acetylsalicylzuur, dipyridamol en simvastatine, en zo nodig sumatrip- tan vanwege migraine. Ze heeft geen last van bijwerkingen. Haar vriendin heeft recent een TIA gehad en kreeg clopidogrel voorgeschreven. Me- vrouw vraagt de huisarts of zij ook zou moeten switchen naar clopido- grel. Welk antwoord is juist?
a. Ja, vanwege haar leeftijd.
b. Ja, vanwege de migraine.
c. Nee, daar is geen reden voor.
De kennistoets is gemaakt door Anne Klijnsma, toetsredacteur. Over vragen en antwoorden wordt niet gecorrespondeerd.
LITERATUUR
Dolmans LS, Rutten FH. Delay bij TIA. Huis- arts Wet 2020;63:DOI:10.1007/s12445- 020-0787-2.
NHG-werkgroep Beroerte. NHG-Standaard Beroerte. https://richtlijnen.nhg.org/stan- daarden/beroerte
ANTWOORDEN 1a / 2b / 3c / 4b / 5b / 6b / 7c / 8c
Foto: iStock
auGuSTuS 2020 HUISARTS EN WETENSCHAP