• Keine Ergebnisse gefunden

5. Leningen van Staat tot Staat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Aktie "5. Leningen van Staat tot Staat"

Copied!
22
0
0

Wird geladen.... (Jetzt Volltext ansehen)

Volltext

(1)

1 FINEXPO...2

1.1 ROLVAN FINEXPO...2

1.2 WIEKANEENBEROEPDOENOP FINEXPO ?...3

1.3 VRAGENLIJST FINEXPO / DELCREDERE...3

1.4 VERGADERINGENVANHET COMITÉIN 2014...3

2 COMMERCIEEL INSTRUMENT : INTRESTSTABILISATIE...4

2.1 AANTALBEHANDELDEDOSSIERS...4

2.1.1 Indeling per exportland...4

2.1.2 Valuta...5

2.1.3 Kredieten voor een bedrag van meer dan 50.000.000 EUR...5

2.1.4 Kredietbedrag...5

2.2 MINISTERIËLEBESLUITEN – STABILISATIEDOSSIERS...5

2.2.1 Indeling per exportland...6

2.2.2 Deviezen...6

2.2.3 Kredietbedragen...6

3. HULPINSTRUMENTEN : INTRESTBONIFICATIE EN GIFT...7

3.1 AANTALBEHANDELDEDOSSIERS...7

3.2 INTRESTBONIFICATIES...7

3.3 INTRESTBONIFICATIESMETGIFT...7

3.4 GIFT...8

3.5 MINISTERIËLEBESLUITEN – INTRESTBONIFICATIESMETOFZONDERAANVULLENDEGIFT8 4. BUDGET...9

4.1 TOEGEZEGDEVASTLEGGINGSKREDIETEN (MB)...9

4.2 VASTLEGGINGS- ENVEREFFENINGSKREDIETEN...9

4.3 INKOMSTEN...10

5. LENINGEN VAN STAAT TOT STAAT...12

5.1 DOOR FINEXPOBEHANDELDESTAATSLENINGSDOSSIERS...12

5.2 DEAANDE MINISTERRAADVOORGELEGDEDOSSIERS...12

5.3 PROGRAMMA -GOEDKEURINGENENAANWENDINGEN...12

5.3.1 Programma 2014...12

5.3.2 Kennisname van vier annulaties van eerder door de Ministerraad goedgekeurde staatsleningen...14

5.3.3 Verlenging van de geldigheidsduur voor 2 projecten...14

5.3.4 Kennisname van de resultaten van 2 formele adviesaanvragen en 3 opvolgingsmissies uitgevoerd in 2014...15

5.4 FINANCIEELBEHEER...16

5.4.1 Budgettaire situatie voor 2014...16

5.4.2 In 2014 vastgelegde bedragen :...16

5.4.3 In 2014 vereffende bedragen :...16

5.4.4 Te verwachten en reëel ontvangen terugbetalingen aan kapitaal en intresten...16

6 FINEXPO EN DE OESO...18

6.1 VOORSCHRIFTENVANDE OESO-REGELINGINZAKERICHTSNOERENOPHETGEBIEDVANDOORDE OVERHEIDGESTEUNDEEXPORTKREDIETEN...18

6.2 WERKGROEPEXPORTKREDIETENENEXPORTKREDIETGARANTIESENGROEPDEELNEMERS AANDE REGELING...19

7. Conclusies...21

(2)

1 Finexpo

Het jaarverslag van Finexpo heeft als doel jaarlijkse statistische gegevens over het gebruik van de instrumenten voor financiële exportsteun te verstrekken.

Het Vademecum Finexpo bevat een gedetailleerde beschrijving van de financiële instrumenten die Finexpo hanteert om de Belgische export te steunen. Het is in het Nederlands, het Frans en het Engels te vinden op de website van de FOD Buitenlandse Zaken . http://diplomatie.belgium.be/nl/Beleid/economische_diplomatie/finexpo

1.1 Rol van Finexpo

Het Comité Finexpo is een technisch interministerieel raadgevend comité dat de aanvragen voor financiële exportsteun onderzoekt.

De directeur-generaal van de directie-generaal Bilaterale Zaken van de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is voorzitter van het Comité.

De taak van het Comité is tweeledig: de export van Belgische kapitaalgoederen en aanverwante diensten steunen en bijdragen aan de ontwikkeling van de begunstigde landen.

"Financiering" en "Export" zijn twee belangrijke begrippen die het Comité bij het bestuderen van de projecten voor ogen houdt, waarbij het tegelijkertijd andere gegevens meeweegt bij de formulering van zijn adviezen.

Om deze twee taken te vervullen hanteert Finexpo financiële instrumenten om de financieringskost, zijnde de rente op de exportkredieten, te verlagen of te stabiliseren.

In 2014 beschikte de FOD Financiën die de leningen van Staat tot Staat beheert over een bedrag van 50 miljoen euro aan vastleggingskredieten en over een bedrag van 30 miljoen euro aan vereffeningskredieten.

De FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die de middelen beheert die gereserveerd zijn voor de intrestbonificaties en de stabilisaties beschikte daarvoor over een bedrag van 34.777.000 euro aan vastleggingskredieten en een bedrag van 24.957.000 euro aan vereffeningskredieten.

In 2014 werden voor 13 stabilisatie- en intrestbonificatiedossiers ministeriële

(3)

1.2 Wie kan een beroep doen op Finexpo ?

Finexpo functioneert binnen een federaal kader dat zijn eigen regels heeft maar dat ook rekening houdt met de internationale regels die de OESO heeft vastgelegd in een Regeling inzake de richtlijnen voor de exportkredieten die overheidssteun genieten.

Op basis van deze regels kunnen alle bedrijven die actief zijn op het gebied van kapitaalgoederen (of infrastructuur) en aanverwante diensten en die deze uitvoeren of de uitvoer ervan overwegen, op bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor overheidssteun.

Voor goederen zoals kapitaal- of infrastructuurgoederen en aanverwante diensten worden financieringsovereenkomsten op middellange en lange termijn gesloten.

Klanten die belangstelling hebben voor deze goederen kunnen ze immers meestal niet contant of op korte termijn betalen. Ze hebben dan ook nood aan één bankfinanciering die over meer dan 2 jaar loopt.

1.3 Vragenlijst Finexpo / Delcredere

Bedrijven die bij Finexpo overheidssteun willen aanvragen, kunnen niet alleen contact opnemen met het secretariaat van het Comité Finexpo maar ook de gezamenlijke standaardvragenlijst downloaden, hetzij van de site www.credendogroup.com, hetzij van de site http://diplomatie.belgium.be onder de rubriek ‘Economische diplomatie’.

Finexpo of Delcredere behandelen alle aanvragen op basis van dit online vragenformulier: kredietverzekering, intreststabilisatie, intrestbonificatie met of zonder gift, gift of lening van Staat tot Staat.

1.4 Vergaderingen van het Comité in 2014

In 2014 kwam het Comité Finexpo 6 maal bijeen en verstrekte het advies over 26 dossiers tegen 43 dossiers in 2013 (en 72 dossiers in 2012). In 2014 behandelde het Comité 2 dossiers voor leningen van Staat tot Staat (1 gebonden en 1 ongebonden), tegen 8 in 2012 en eveneens 8 in 2011. Het Comité behandelde ook 20 dossiers voor intreststabilisatie (tegen 26 in 2013 en 56 in 2012) en ontving 4 nieuwe aanvragen voor een intrestbonificatie met aanvullende gift (tegen 8 in 2013 en 8 in 2012).

Daarnaast onderzocht het Comité 2 aanvragen voor een gift tegen een aanvraag in 2013. In 2012 had het geen dergelijke aanvraag ontvangen.

(4)

2 Commercieel instrument : intreststabilisatie

Sinds 2010 zijn de regels voor het vaststellen van de referentierentevoet (de CIRR) gewijzigd met de bedoeling ze af te stemmen op de procedures van de andere lidstaten van de Europese Unie die intreststabilisaties toekennen.

De algemene regel is dat het de CIRR is die geldt op de datum van ondertekening van het commercieel contract – en niet langer die welke geldt op de datum van ondertekening van de financieringsovereenkomst – die wordt gehanteerd voor de toekenning van de intreststabilisatie.

Meer informatie hierover is terug te vinden in het Vademecum Finexpo op de website van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

2.1 Aantal behandelde dossiers

In 2014 behandelde Finexpo 20 stabilisatiedossiers tegen 26 in 2013 en 56 in 2012.

2.1.1 Indeling per exportland

De 20 stabilisatiedossiers die het Comité Finexpo onderzocht, hadden betrekking op 18 verschillende landen.

De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal aanvragen voor een intreststabilisatie, ingedeeld naar exportland.

Algerije 1 Kenia 1

Brazilië 3 Sri Lanka 1

Kameroen 1 Mexico 1

Dominicaanse

Republiek 1 Nigeria 2

Egypte 2 Pakistan 1

Gabon 1 Rusland 1

Griekenland 1 Turkije 1

India 1

Indonesië 1

De aanvragen waren over een groot aantal landen gespreid zonder dat er sprake is van een bijzondere concentratie.

(5)

2.1.2 Valuta

In 2014 waren er enkel aanvragen voor intreststabilisatie in euro en US dollar. Dat was ook het geval in 2013 en 2012.

Van de 20 behandelde dossiers waren er 18 aanvragen voor intreststabilisatie in euro en 2 aanvragen voor intreststabilisatie in US dollar. In 2013 waren er 26 dossiers waarvan 24 uitsluitend in euro en 2 uitsluitend in US dollar. In 2012 betrof het 49 van de 56 onderzochte dossiers.

In 2014 waren er net als in 2013 en 2012 geen aanvragen voor stabilisatie in Yen en CHF.

2.1.3 Kredieten voor een bedrag van meer dan 50.000.000 EUR

Vóór 2011 werden alleen aanvragen voor stabilisatie met een kredietbedrag van meer dan 50 miljoen euro aan de Ministerraad voorgelegd, wanneer deze geen unaniem positief advies van het Comité Finexpo hadden gekregen of geen akkoord van de Inspecteur van Financiën.

Als gevolg van de regeringsmaatregelen inzake begrotingsbehoedzaamheid , moeten sinds 2011 alle dossiers van meer dan 3.100€ worden voorgelegd aan de Ministerraad.

Dit betekent dat een toezegging van Finexpo langer op zich laat wachten en dit kan vertragingen veroorzaken in de onderhandelingen tussen de exporteurs en hun buitenlandse koper.

2.1.4 Kredietbedrag

De 20 intreststabilisatiedossiers zijn goed voor een totaal kredietbedrag van 210.677.375,54 euro, waarvan 123.083.855,54 in euro en een tegenwaarde in euro van van 87.593.520,00 eur voor dossiers in dollar. Het aandeel van de euro in het totale kredietbedrag is 58% tegenover 42% van de US dollar. Het aandeel van de US dollar ligt hoger dan in 2013 omdat enkele zeer grote contacten in US dollar werden gesloten.

In 2013 bedroeg het totale kredietbedrag voor 26 dossiers 418.538.843,06 euro. In 2012 was dat 500.298.965,44 euro voor 56 dossiers.

2.2 Ministeriële besluiten – Stabilisatiedossiers

In 2014 werden er Ministeriële besluiten (MB) getekend voor 8 intereststabilisaties.

In 2013 en 2012 waren dat respectievelijk 5 en 8 stabilisatiedossiers. In het algemeen blijven de aanvragen voor stabilisatie sinds jaren beperkt en hun aantal daalt samen met de val van de intrestvoeten, maar de exporteurs pleiten niettemin voor het behoud van dit instrument.

(6)

2.2.1 Indeling per exportland

In 2014 werden MB’s voor stabilisatie ondertekend voor 6 verschillende landen; in 2013 waren dat 3 landen en in 2012 waren het er 8.

De landen waarvoor in 2014 een MB werd ondertekend zijn.

Nigeria 2

Turkije 2

India 1

Brazilië 1

Togo 1

Griekenland 1

Totaal 8

Uit de tabel blijkt dat er slechts één MB werd ondertekend voor een land van de eurozone.

2.2.2 Deviezen

In 2014 werden 8 MB’s getekend, waarvan 2 voor een dossier inzake een in US dollar gestabiliseerd contract. In 2013 werd van de 5 ministeriële besluiten slechts een contract gestabiliseerd in US dollar. In 2012 hadden alle dossiers betrekking op stabilisatiecontracten in euro.

2.2.3 Kredietbedragen

Het kredietbedrag van de 8 in 2014 ondertekende stabilisatiedossiers bedroeg 126.695.292,76 euro en het totaal vastleggingsbedrag bedroeg 1.739.283,23 euro.

In 2013 bedroeg het kredietbedrag voor 5 stabilisatiedossiers 10.746.990,82 euro en was er een totale vastlegging van 401.234,90 euro.

In 2012 bedroeg het kredietbedrag voor de stabilisaties 89.256.638,97 euro en was er een totale vastlegging van 2.562.178,43 euro.

(7)

3. Hulpinstrumenten : intrestbonificatie en gift

3.1 Aantal behandelde dossiers

In de loop van 2014 onderzocht de dienst Finexpo 3 nieuwe aanvragen voor een intrestbonificatie met aanvullende gift (8 in 2013 en 8 in 2012). Er waren geen aanvragen voor een intrestbonificatie zonder aanvullende gift.

De bonificatie met aanvullende gift is het financiële instrument dat het best toelaat om zich aan te passen aan de financiële eisen van de debiteur die in fine verantwoordelijk is voor de terugbetaling van het door de bank van de exporteur toegekende krediet.

Een beschrijving van de procedure van de intrestbonificaties met of zonder aanvullende gift staat in het Vademecum Finexpo dat te vinden is op de website van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

3.2 Intrestbonificaties

Net als in 2013 werd in 2014 geen enkele aanvraag voor een gewone intrestbonificatie ingediend. Dit is onder andere toe te schrijven aan de hoge liquiditeitskosten die samenhangen met de (lange) terugbetalingsperiode

3.3 Intrestbonificaties met gift

In 2014 werd voor 3 dossiers een intrestbonificatie met aanvullende gift aangevraagd.

De dossiers hadden voornamelijk betrekking op de sector van waterbevoorrading, waterbehandeling en waterzuivering, de bouw en de renovatie van spoorwegbruggen en drainering en de irrigatie van landbouwgebieden.

In 2014 waren de 3 projecten goed voor een totaal kredietbedrag van 31.229.395,61 euro. Het vastleggingskrediet (budgettaire impact) bedroeg 12.213.171,38 euro.

In 2013 waren er 8 dossiers van intrestbonificatie met aanvullende gift die goed waren voor een totaal kredietbedrag van 66.834.519,87 euro. Het vastleggingskrediet bedroeg 27.440.759,53 euro.

Algemeen kan worden gesteld dat intrestbonificaties met aanvullende gift goed in de markt liggen omdat de begunstigde landen vooral in crisistijd de voorkeur geven aan kortere terugbetalingsperiodes. Met de gift kan ook de delcrederepremie geheel of gedeeltelijk worden betaald. Dit is met name in Vietnam een duidelijk merkbare trend.

De onderstaande tabel bevat de exportlanden waarvoor Finexpo in 2014 dossiers van intrestbonificatie met gift onderzocht. De tabel vermeldt ook de betreffende sector, het kredietbedrag en de budgettaire impact van het project.

(8)

Land Sector Kredietbedrag

Budgettaire impact

Kenia Waterbehandeling 11.267.942,62€ 4.020.065,37€

Sri Lanka Bouw van 6 bruggen 9.081.862,99€ 3.603.858,65€

Vietnam Drainering en irrigatie

van landbouwgebieden 10.949.590,00€ 4.589.247,36€

TOTAAL 31.299.395,61€ 12.213.171,38€

3.4 Gift

In 2014 onderzocht het Comité Finexpo 2 aanvragen voor een zuivere gift. In beide gevallen ging het om India, maar wel om verschillende sectoren. De eerste aanvraag betrof een ruimtesimulator, de andere een centrum voor de productie van radiofarmaceutische producten. Het vastleggingskrediet bedroeg in totaal 2.986.901,25€.

In 2013 was er één aanvraag voor een zuivere gift en in 2012 geen enkele.

De aanvraagprocedure voor een gift is te vinden op de website van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

3.5 Ministeriële besluiten – Intrestbonificaties met of zonder aanvullende gift In 2014 werden enkel ministeriële besluiten ondertekend voor intrestbonificaties met aanvullende gift en voor een zuivere gift. In 2013 en 2012 werden slechts ministeriële besluiten voor intrestbonificaties met aanvullende gift getekend.

In 2014 werden de intrestbonificaties met aanvullende gift toegekend voor projecten in Kenia, Kameroen en Sri Lanka.

In 2014 bedroeg het totale kredietbedrag voor de 4 projecten 51.226.007,47 euro en het vastleggingsbedrag 19.036.128,18 euro.

Het totale kredietbedrag voor kredieten met rentesubsidie van de 3 in 2013 ondertekende ministeriële besluiten bedroeg 20.618.741,66 euro.

In 2014 bedroeg het vastleggingsbedrag voor de gift die ter ondersteuning van 1 project in Egypte werd gegeven 325.500,00€.

(9)

4. Budget

4.1 Toegezegde vastleggingskredieten (MB)

Eind 2014 bedroeg het totale vastleggingsbedrag 22.289.072,35 euro, uitgesplitst in 1.739.283,23 euro voor de vastgelegde stabilisaties en 20.224.789,12 euro voor de intrestbonificaties met gift en ook een vastlegging van 325.500 euro voor een gift.

Het totale vastleggingsbedrag bedroeg 7.798.966,85 euro in 2013 en 25.270.946,51 euro in 2012.

Van het totale vastleggingsbedrag in 2014 ging 90,7% naar intrestbonificaties met gift en 7,8% naar intreststabilisaties en 1,5% naar een gift. De verhoudingen waren respectievelijk 94,9% voor de interestbonificaties met aanvullende gift vs 5,1% voor de intereststabilisaties in 2013.

4.2 Vastleggings- en vereffeningskredieten

In 2014 beschikte Finexpo over een vastleggingsbedrag van 34.770.000 euro voor de stabilisaties, bonificaties met of zonder aanvullende gift en giften. Het vereffeningskrediet voor deze instrumenten bedroeg 24.000.000 euro.

De onderstaande grafiek geeft de evolutie weer tussen 2005 en 2014 van de op het budget toegestane vastleggingskredieten en vereffeningskredieten.

90,70%

7,80%

Vastleggingskredieten 2014

Bonifications d'intérêt Stabilisations

37,05 37,05 37,10 37,05 37,05 37,05 37,05 37,39

34,60 34,70

8,50

14,09 15,00 15,57

19,66

23,83 23,83

26,46

22,42 24,00

0,00 5,00 10,00 15,00 20,00 25,00 30,00 35,00 40,00

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Be dra ge n in m iljo en EU R

Année Vergelijking van de budgette n

Crédit d'engagement Crédit de liquidation

(10)

Finexpo besteedt het meeste van zijn budgettaire middelen aan de concessionele hulpinstrumenten en deze brengen altijd uitgaven met zich mee. Het aandeel van de intrestbonificaties in euro in het vereffeningskrediet bedroeg 100% in 2014. In 2013 was dat 99,7%

4.3 Inkomsten

Op de zesmaandelijkse vervaldag van een dossier wordt op basis van de CIRR (Commercial Interest Reference Rate ) en de Euribor/Libor op 6 maanden berekend of er voor de Staat inkomsten of uitgaven zijn. Als de Euribor/Libor, vermeerderd met de bankcommissie, hoger is dan de CIRR, komt het verschil van de hieruit voortvloeiende financieringskosten ten laste van de Staat. Als de Euribor/Libor, vermeerderd met de bankcommissie, lager is dan de CIRR, betaalt de betrokken bank het verschil aan de Staat.

Elk stabilisatiedossier waarvoor een Ministerieel Besluit wordt opgesteld, wordt gestabiliseerd op het niveau van de CIRR die geldig was op het moment van ondertekening van het commercieel contract of op het moment van ondertekening van de financieringsovereenkomst als die meer dan zes maanden na ondertekening van het commercieel contract tot stand komt. De CIRR wordt maandelijks vastgesteld door de OESO.

In 2014 werden in totaal 12.204.955,76 euro aan overheidsinkomsten verworven dankzij de tegemoetkomingen in exportdossiers, tegen 15.427.652 euro in 2013 en 9.636.444 euro in 2012.

Zoals blijkt uit de onderstaande grafiek zijn de overheidsinkomsten de laatste jaren gestegen als gevolg van de historisch lage rentevoeten en van het feit dat het verschil tussen rentevoeten op lange termijn en rentevoeten op korte termijn aanzienlijk kleiner is geworden.

De door Finexpo gehanteerde contractuele rentevoet of CIRR bedroeg in de meeste gevallen meer dan het herfinancieringstarief van de banken (Euribor / Libor), vermeerderd met de bankcommissie.

Er dient wel te worden aangestipt dat de inkomsten die sinds vele jaren ten gunste van de Belgische staat werden verworven, in de toekomst uitgaven kunnen worden ingeval de intrestvoeten opnieuw zouden gaan stijgen.

(11)

Inkomsten : Jaar Bedrag

2004 19.500.000 € 2005 12.890.000 € 2006 7.220.000 € 2007 2.700.000 € 2008 1.400.000 € 2009 55.400.000 € 2010 11.440.000 € 2011 9.870.000 € 2012 9.630.000 € 2013 15.427.651,55€

2014 12.204.955,76€

Als blijkt dat bepaalde rentevoeten lager zijn dan de contractuele rentevoet (CIRR), kan het gebeuren dat klanten vervroegd willen terugbetalen. Om het inkomstenverlies van een vervroegde terugbetaling voor de overheid te compenseren, voorziet Finexpo sinds januari 2002 in een boeteclausule voor alle nieuwe aanvragen voor een intreststabilisatie. Op grond van deze clausule kan de overheid een bijdrage vorderen in het geval van een vrijwillige vervroegde terugbetaling. In de praktijk blijven deze aanvragen eerder beperkt.

(12)

5. Leningen van Staat tot Staat

5.1 Door Finexpo behandelde staatsleningsdossiers

Finexpo behandelde in 20143 2 dossiers in verband met gebonden hulp en 51 dossiers in verband met ongebonden hulp.

5.2 De aan de Ministerraad voorgelegde dossiers

Er werden 9 projecten aan de Ministerraad voorgelegd voor akkoord waaronder 62 nieuwe projecten, 12 projecten voor verlenging van de geldigheidsduur, en 24 projecten ter annulatie en 1 project voor verhoging van het leningsbedrag.

De Ministerraad kan maar goedkeuren ten belope van het vastleggingskrediet van een bepaald begrotingsjaar.

5.3 Programma -goedkeuringen en aanwendingen

5.3.1 Programma 20134

Het programma voor leningen aan vreemde Staten dat door de wet die de algemene uitgavenbegroting van 20134 regelt werd goedgekeurd, bedraagt 50.000.000 €. De Ministerraad heeft op 14 maartapril, 24 mei en 1322 decemberjuli 20134 voor een totaal bedrag van 2518.249410.820110 € leningen van Staat tot Staat goedgekeurd.

Deze goedkeuringen op het programma 20134 hadden betrekking op 62 verschillende landen en zijn als volgt verdeeld :

Land 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Algerije 2.750.000 6.842.400 Burkina

Faso 2.750.000

Burundi 5.700.000

Congo-

Brazza 10.000.000

DRC

(13)

Kameroen 7.066.800 Kaapverdië

Kenia 19.753.000 13.045.400 9.512.000 4.584.970 9.525.000

Malawi Malediven Mali

Mongolië 3.842.100

Mozambique Nepal

Nicaragua 938.300

Niger 9.088.012

Oezbekistan Peru

Sao Tomé

Senegal 4.000.000

Soedan 3.750.000

Tanzania

Togo 8.885.110

Tunesië

Vietnam 5.600.000 5.275.700 7.058.000 4.934.350

Zambia 7.765.000

Totaal 35.887.662 59.713.200 36.609.500 7.058.000 24.889.820 18.410.110

a) Kenia: Voor de financiering van een ruraal drinkwaterproject in de county Kajiado (gebonden lening)voor de verbetering van de. Het betreft de studie, het boren en uitrusten van drinkwaterputten en het lveren van aanverwante goederen en diensten.

Er werden 50 sites geselecteerd. In bepaalde sites zullen de bestaande putten worden gerehabiliteerd en in de andere komen er nieuwe putten. Er wordt geopteerd om elk waterpunt te voorzien van een vrij omvangrijke en duurzame infrastructuur met onder meer een gebouwtje waarin de installatie wordt ondergebracht, een dieselgenerator, een elektriciteitskast, een eenheid voor chlorificatie, een waterreservoir, een waterpunt met teller, een afsluiting en verlichting. Er worden wisselstukken voorzien en een belangrijk luik opleiding volgens het principe “train the trainer”. Het betreft een niet commercieel leefbaar project en drinkwatervoorziening is in deze zeer droge regio een basisbehoefte.

gezondheidszorg op districtsniveau door de modernisering van de laboratoriumuitrusting en de radiologie-apparatuur en door een betere opleiding. 50 districtshospitalen krijgen een degelijke laboratoriumuitrusting en in 8 ervan zal ook de radiologie-afdeling gemoderniseerd worden. In een eerste fase wordt de uitrusting in 8 hospitalen vernieuwd en na een onafhankelijke studie zullen, op basis van de resultaten van deze studie, de resterende 42 hospitalen al dan niet volgen. Er wordt een technische en een medische opleiding voorzien.

b) TogoMongolië: het betreft een ongebonden staatslening voor de cofinanciering voor de rehabilitatie van een gezondheidscentrum voor diagnose en behandeling in West Mongolië.Het beoogt een dienstverlening voor ongeveer 300.000 inwoners van deze regio. De rehabilitatie zal gepaard gaan met een betere opeliding van het personeel. Mongolië dient dit project mee te financieren. Een soortgelijk project werd

(14)

reeds gefinancierd invan baggerwerken ter verbetering van de toegang tot de haven van Lomé. Bij de internationale aanbesteding is een Belgisch bedrijf als winnaar uit de bus gekomen. De toegangsgeul tot de haven zal verdiept worden van 15 m tot tussen de 17,8 en de 18,6 m. De mogelijke toegang tot de haven voor schepen met een grotere diepgang zal het containervervoer sterk verhogen. Zowel de trafiek bestemd voor Togo zelf als de trafiek waarbij de haven van Lomé dienst doet als overslaghaven voor andere havens langs de West-Afrikaanse kust zal sterk toenemen.

Dit zal ook de tewerkstelling ten goede komen? . Oost Mongolië.

c) KeniaSoedan: het betreft een in het verleden toegekende gebonden staatslening voor de levering van materiaal voor de brandweer van Nairobi.ongebonden lening voor de financiering van een ruraal drinkwaterproject waarbij de levering van de pompen slechts een onderdeel is. Daarnaast worden in 8 Staten van Noord Soedan de bedieningskabels en de controlepanelen gefinancierd. Een partner van de Japanse ontwikkelingssamenwerking zal technische assistentie verlenen en controle uitoefenen op de goede uitvoering van het project. Hiervoor wordt een klein bedrag van de lening gebruikt. Deze lening werd door de Ministerraad van 19 november 2010 goedgekeurd maar door een combinatie van factoren is het betrokken bedrijf er niet in geslaagd een contract af te sluiten. Er kwam een kentering na een missie van Flanders Investment and Trade begin november 2013. Bij de hernotificatie van het project aan de DDR van 2014 moet het bedrag van de staatslening opgetrokken worden met 1.365.000 euro.

d)

e) Vietnam: financiering voor de levering en installatie van 16 dieselmotoren voor locomotieven die ingezet worden op de lijn Ho Chi Ming City – VINH. De oude motoren worden vervangen en daardoor zouden de locomotieven nog 20 jaar

operationeel blijven. Dit project past in de Soci-Economic Development Strategy van Vietnam waarbij de transportinfrastructuur wordt verhoogd. Er is een belangrijk deel technische assistentie voorzien. Het Belgisch belang is hoog want de bouw van de motoren gebeurd in België en de know how is volledig in Belgische handen.

f)

5.3.2 Kennisname van tweevier annulaties van eerder door de Ministerraad goedgekeurde staatsleningen

a) b)

c) De annulering van de beslissing van de Ministerraad van 312 decemberoktober 20047 waarbij een ongebonden staatslening ten bedrage van 7.987.100 EUR 2.300.000 ten gunste van Ivoorkust de DRC werd goedgekeurd als bijdrage tot de concessionele financiering van een afvalwatercollector Abobo in Abidjan. Aan Ivoorkust kan nog enkel ongebonden hulp toegekend worden.de rehabilitatie van drie pompstations

(15)

staatslening ten bedrage van 4.712.975 EUR 10.000.000 ten gunste van Congo-BrazzavilleKameroen werd goedgekeurd voor de financiering van een elektrificatieproject voor de stad Ouesso en de districtshoofdplaatsen van het departement van de Cuvette-ouest. De elektrificatie van de stad Ouesso werd op commerciële basis uitgevoerd en de elektrificatie van de districtshoofdplaatsen door een concurrent van het belgische bedrijf. De toegekende staatslening wordt dus overbodig. Systeem voor veiligheidsbeheer in de havens van Kribi en Limbe. Het betrokken bedrijf is niet langer van plan op de staatslening een beroep te doen.

e) De annulering van de beslissing van de Ministerraad van 24 april 2009 waarbij een gebonden staatslening ten bedrage van 210.000 EUR ter aanvulling van een beschikbaar saldo van 4.515.051 EUR ten gunste van Indonesië. Het betrokken bedrijf slaagde er niet in een contract af te sluiten voor de installatie van dieselcentrales. Het oorspronkelijk beschikbaar saldo kan niet worden geannuleerd omdat het samengesteld is uit saldi van in het verleden aan Indonesië toegekende staatsleningsenveloppes. Het bedrag van 4.515.051 EUR blijft beschikbaar voor de cofinanciering van een gebonden hulpproject.

f) De annulering van de beslissing van de Ministerraad van 10 juli 2009 waarbij een gebonden staatslening ten bedrage van 1.400.650 EUR voor de financiering van de levering en installatie van 12 aan bestaande ziekenhuizen verbonden wasserijen in Ghana. De door de Ghansese overheid aangesteld consultant stelde aan het betrokken bedrijf nieuwe voorwaarden bij de uitvoering van het project. Het bedrijf was niet bereid hierop in te gaan uit vrees voor een verlieslatende en zeer langdurige operatie en was dus niet langer geïnteresseerd.

5.3.3 Verlenging van de geldigheidsduur voor 2 projecten a) Tot 19 november 2015 met drie jaar vanVoor de staatslening goedgekeurd door de Ministerraad van 19 november 2010van 5 juli 2007 ten bedrage van EUR 423.633,295.435.000 ten gunste van de Democratische Republiek Congo Kenia (DRC) voor de levering en installatie van een injector voor de Hydrocentrale van Sanga. Het project is grotendeels uitgevoerd maar wegens een bewarend beslag opfinanciering de uitstaande saldi van de DRC kan het bedrijf niet betaald worden. De lening wordt verlengd tot het bewarend beslag is opgeheven.van een project ter modernisering van de brandweer van Nairobi.

b) Tot 3 december 2015 voor de staatslening goedgekeurd door de Ministerraad op 3 december 2010 met verhogingen in 2011 en 2012 voor een totaal bedrag van EUR 14.713.000 ten gunste van Vietnam voor de installatie en lancering van een minisatelliet.

5.3.4 Kennisname van de resultaten van III.4. Kennisname van de resultaten van 12 formele adviesaanvragenprijsstudie en 53 opvolgingen opvolgingsmissies van een ongebonden leninguitgevoerd in 2014

De

prijsstudie formele adviesaanvragen aan de BTC :

(16)

Er werd aan de BTC gevraagd een formeel advies te formuleren omtrent de volgende projectaanvragen:

- Kenia - “Vihiga Cluster Water Supply Project”: de constructie van 3 hydro- elektrische microcentrales en de rehabilitatie en uitbreiding van de aanvoer van drinkbaar water voor de plaatsen Maseno, Mbale en Kaimosi in het graafschap Vihiga. De BTC verstrekte advies omtrent de uit te voeren infrastructuur en omtrent de capaciteiten van de publieke entiteiten betrokken bij de uitvoering van het project.

- Sri Lanka - project voor financiering van 13 spoorwegbruggen. De BTC verstrekte advies omtrent het model van de voorgestelde bruggen en omtrent de capaciteiten van de publieke entiteiten betrokken bij de uitvoering van het project.

Deze prijsstudie werd uitgevoerd door de BTC.

Opvolgsmissies voor ongebonden leningen uitgevoerd door de BTC :

- opvolging van het watervoorzieningsproject voor de stad Lumbila in Burkina faso waarvoor de Ministerraad op 27/11/2009 een LSS van 2.750.000 EUR goedkeurde.

Dit project is in zijn eindfase, maar er werd gevraagd om het uitstaand saldo gedeeltelijk aan te wenden om 7 bijkomende boorputten te boren die met handpompen bediend zullen worden;

- opvolging van een gebonden lening voor de financiering van de modernisatie van de radiologieuitrusting in 23 hospitalen in Ghana waarvoor de Ministerraad op 17/12/2009 een staatslening van 2.607.500 EUR goedkeurde. Dit project is bijna voltooid en de eindevaluatie zal uitgevoerd worden in de eerste helft van 2014;

- opvolging van een ongebonden lening aan Senegal voor de installatie van een radiosysteem voor maritieme veiligheid voor een bedrag van 4.000.000 EUR dat goedgekeurd werd door de Ministerraad van 19 november 2010. Dit project is nog lopende;

- opvolging van de eerste fase (toekenning van de markt) van ICT-ontwikkeling in het secondair onderwijs en de lerarenopleiding in Zambia waarvoor de Ministerraad op 4 november 2011 een staatslening voor een bedrag van EUR 7.765.000 EUR goedkeurde. Dit project dient nog opgestart te worden;

- Een ruraal drinkwaterproject in Soedan: opvolging van de internationale aanbestedingsprocedure voor de levering en installatie van dompelpompen en bijbehorend materiaal in dorpsgemeenschappen verspreid over 8 staten in Noord Soedan.

- Een watervoorzieningsproject in Niger – fase 2: deelname aan de gezamenlijke missie voor de uitwerking van het technisch dossier voor de verdere uitbreiding van

(17)

Deze opvolgingsmissies worden uitgevoerd door de BTC.

- opvolging van de eerste fase (toekenning van de markt) van ICT-ontwikkeling in het secondair onderwijs en de lerarenopleiding in Ghana waarvoor de Ministerraad op 18 november 2011 een staatslening voor een bedrag van EUR 6.690.000 EUR

goedkeurde. De aanbestedingsprocedure zit in zijn eindfase.

(18)

5.4 Financieel beheer

5.4.1 Budgettaire situatie voor 20134

Voor het jaar 20134 wordt in de algemene uitgavenbegroting machtiging verleend een programma voor leningen aan vreemde Staten te onderhandelen ten belope van 50.000.000 EUR.

De aan te wenden vastleggingskredieten en vereffeningskredieten op de basisallocatie 14.54.14.84.44 van de begroting van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking bedroegen respectievelijk 50.000.000 EUR en 216.000.000 EUR.

5.4.2 In 20143 vastgelegde bedragen :

Land Bedrag

Burundi € 5.700.000,00 Ghana € 2.438.400,00

Kenia € 4.584.970,001.365.000,00 Kenia € 8.160.000,00

Mongolië € 3.842.100,00 Soedan € 3.750.000,00

Vietnam € 1.113.000,00 Togo € 8.885.110,00

Het totaal vastgelegde bedrag is 21.428.470,00 18.410.110,00 EUR, wat een saldo geeft van 28.571.530,00 31.589.890,00 EUR.

5.4.3 In 20134 vereffende bedragen :

Land Bedrag

Ghana € 261.175,06 Kenia € 1.531.432,16

Kenia € 5.413.935,89 850.276,53

Senegal € 1.230.167,65 737.227,05

Vietnam € 5.452.388,12 482.568,73

Totaal € 12.357.666,72 3.601.504,47

Saldo € 13.642.333,28 12.398.495,53

(19)

In de loop van 20134 werd werkelijk ontvangen 6.306.44.867.989,9227,77 EUR . Op 31 december 20134 werden werkelijk ontvangen aan kapitaal- en intrestbetalingen

15.153.318,00. 16.928.181,27 EUR

Volgende landen zijn hun verplichtingen volledig nagekomen in 20134 :

Angola, Bangledesh, Bosnië, Botswana, Dominicaanse Republiek, Egypte, El Salvador, Filipijnen, Jamaïca, Jordanië, Kroatië, Libanon, Malawi, Malediven, Mali, Marokko, Nepal, Peru, Thaïland, Tunesië, en Turkije en Vietnam.

Algerije, ,Burkina Faso, China, Ecuador, Indonesië, Libanon en Seychellen en Nepal betaalden voor de vervaldag van 20134 een gedeelte van hun kapitaal en/of intresten terug.

Gabon (gedeeltelijk), Indonesië (gedeeltelijk), Kenia (gedeeltelijk), Peru(gedeeltelijk), Seychellen en Vietnam kwamen hun vervaldagen, ingevolge amenderingsprotocollen, in de loop van 20134 na.

Burkina Faso, Cuba, Djibouti, Gabon, Guinea ConakryKenia,, Maldieven, Mozambique, SeychellenSenegal, Syrië, Tanzania, Vietnam en Zimbabwe zijn hun verplichtingen op 31.12.20134 niet op tijd nagekomen.

(20)

6 Finexpo en de OESO

6.1 Voorschriften van de OESO-regeling inzake richtsnoeren op het gebied van door de overheid gesteunde exportkredieten

Met betrekking tot de activiteiten van de dienst Finexpo gelden zowel interne voorschriften die het verloop van de activiteiten bepalen als voorschriften die voortvloeien uit een gentlemen’s agreement op basis van de OESO-regeling inzake exportkredieten die overheidssteun genieten.

De internationale bepalingen die de OESO-lidstaten onderschrijven, beogen een

“equal level playing field” te creëren tussen de overheidsinstanties die exportsteun mogen verlenen.

Behalve de bepalingen betreffende de commerciële exportkredieten die de hoofdmoot van de OESO-regeling vormen, zoals het vastleggen van de CIRR-rentevoeten, de maximale terugbetalingstermijn, het bedrag van de minimumpremies (benchmark), de dekking van de lokale uitgaven, enz., legt de Regeling ook de voorschriften vast ter omkadering van alle aspecten van concessionele hulp op het gebied van export.

Op basis van de door de Wereldbank opgestelde tabellen met het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) per capita, legt de Regeling jaarlijks ook een lijst van landen vast die in aanmerking komen voor gebonden hulp (BNI/capita lager dan 4.126 US dollar in 2013) en van landen die niet in aanmerking komen voor gebonden hulp en deels ongebonden hulp. De drempel om in aanmerking te komen voor gebonden hulp bedroeg 4.086 US dollar in 2012.

Deze tabellen bevatten ook de lijst van de “Minst Ontwikkelde Landen” (MOL). In 2014 stonden 49 landen op deze lijst.

Of een land wel of niet in aanmerking komt voor concessionele hulp wordt bepaald aan de hand van de statistische gegevens van de Wereldbank over het BNP per capita.

Een land wordt toegevoegd aan of afgevoerd van de lijst van in aanmerking komende landen wanneer het BNI/capita van dat land twee jaar na elkaar hoger of lager was dan de BNI/capita-drempel, die als criterium wordt gehanteerd voor het wel of niet verstrekken van concessionele hulp.

-Vijf landen (Belize, Fiji, Irak, Marshalleilanden en Tonga) hadden de drempel in

(21)

Sinds 1 januari 2014 werd Samoa van de lijst van MOL-landen geschrapt. Dit komt evenwel nog altijd in aanmerking voor gebonden hulp met een concessionaliteitsniveau van 35 % .

Ter herinnering, in het bijzondere kader van de gebonden hulp zijn in de Regeling twee basiscriteria vastgelegd :

a) Het deel gift maakt ten minste 35 % (50 % voor de MOL-landen) uit van de soft loan. Deze percentages zijn evenwel ook onderworpen aan de regels van het IMF en de Wereldbank inzake « Sustainable Lending Principles and Guidelines » die ook door de OESO werden overgenomen.

b) Het project is financieel niet leefbaar. Dit wordt bepaald aan de hand van cash- flow tabellen.

De Regeling bepaalt eveneens de procedures voor commerciële kredieten en voor hulpkredieten. Hieruit spreekt de wens om tot een maximale transparantie te komen en concurrentievervalsing tussen de deelnemers in de mate van het mogelijke tegen te gaan.

6.2 Werkgroep exportkredieten en exportkredietgaranties en groep deelnemers aan de Regeling

De werkgroepen – de groep deelnemers aan de Regeling en de werkgroep exportkredieten en exportkredietgaranties – hebben in 2014 de werkzaamheden voortgezet in verschillende domeinen :

a) Er werd een nieuwe sectorovereenkomst over exportkredieten inzake spoorweginfrastructuur bekrachtigd ; het is van toepassing op het rollend materieel, de sporen en de IT-systemen. De terugbetalingsperiodes bedragen 12 jaar voor de landen die onder categorie 1 vallen en 14 jaar voor de landen die onder categorie 2 vallen.

b) Gelet op de hoge liquiditeitskosten die de banken in een aantal OESO-landen vragen, werd in 2013 begonnen met de herziening van de CIRR en van de regels die inzake de minimale intrestvoeten dienen te worden nageleefd. Deze werkzaamheden werden in 2014 voortgezet, maar tot op heden zonder succes aangezien er nog steeds grote verschillen zijn tussen de aanpak van de banken en de systemen die in verband met de CIRR worden aangewend in de OESO-landen.

c) Het thema van de aanpassing aan de klimaatverandering, met andere woorden het op voorhand inspelen op de gevolgen van de klimaatverandering zoals de stijging van de zeespiegel, werd opgenomen in het sectorovereenkomst voor projecten inzake hernieuwbare energieën, de beperking van de klimaatverandering en in de sector water.

d) In 2014 werden de besprekingen over de « smart grids » voortgezet. Het betreft intelligente systemen die de verschillende energiebronnen (centrales, windmolens, zon, enz…) met elkaar verbinden en het zo onder andere mogelijk maken te voorzien in de opslag van energie. Vele projecten ter zake bevinden zich nog in de studiefase.

(22)

e) De regels inzake « sustainable lending » werden in 2008 bekrachtigd. Toch hebben de Wereldbank en het IMF in 2013 een herziening opgestart van de maatregelen inzake de beperking van de buitenlandse schuld (IMF) en van de maatregelen inzake niet-concessionele leningen (WB). In 2014 is de werkgroep exportkredieten (ECG) begonnen met een analyse van de gevolgen die deze studies hebben op de beginselen en gedragslijnen inzake sustainable lending.

f) De IWG-werkgroep over de «outreach » die tot doel heeft China en onder meer andere BRICS-landen ertoe aan te zetten om toe te treden tot de Regeling over exportkredieten zette in 2014 haar werkzaamheden voort via sectorspecifieke benaderingen inzake schepen en medisch materiaal. De werkgroep kwam meerdere keren samen in Washington, Brasilia, Beijing en Brussel.

Het proces verloopt tergend traag omdat de OESO-landen horizontale besprekingen over de verschillende regels van de OESO-Regeling in hun geheel willen voeren, een opzet dat China nog steeds afwijst.

(23)

7. Conclusies

Finexpo is voornamelijk een instrument ter ondersteuning van de Belgische exporteurs. Toch gaat exportsteun sinds een aantal jaren samen met officiële ontwikkelingshulp. Dit betekent dat het comité Finexpo projecten financieel kan ondersteunen die een duurzaam effect hebben op de ontwikkeling van de armste landen en die hun buitenlandse schuld niet verzwaren. Dat is het doel van duurzame steun (‘sustainable lending’) die ook bij de OESO veel aandacht krijgt.

In dat verband moet worden benadrukt dat slechts een beperkt aantal landen deel uitmaakt van de Finexpo-portefeuille (waaronder Vietnam, Kenia, Sri Lanka), wat negatieve gevolgen kan hebben voor het gebruik van de Finexpo-budgetten als zou blijken dat een van deze landen niet langer in aanmerking komt voor gebonden hulp of maatregelen ter vermindering van de buitenlandse schuld zou treffen. Finexpo stelt zich als doel de exporteurs ertoe te bewegen op nieuwe markten en in nieuwe landen te werken.

In die zin heeft het secretariaat van Finexpo verder werk gemaakt van een intern strategisch kader en van de formulering van meer nauwkeurige en relevante criteria voor de keuze van met overheidssteun gefinancierde projecten. In dat verband komt het Vademecum Finexpo van pas.

Het kan worden geraadpleegd op de volgende website: http://diplomatie.belgium.be (rubriek economische diplomatie).

Algemeen gesteld is het aantal door het Comité Finexpo onderzochte dossiers in 2014 blijven dalen, maar dat is op zich geen criterium waaraan de kwaliteit van de financiële steun door Finexpo aan de exporteurs kan worden getoetst. Enerzijds werd namelijk een groot aantal dossiers om budgettaire redenen « in de ijskast gezet » wat aanleiding gaf tot een vertraging van de wettelijke procedures, en anderzijds werden voor de stabilisatie van de rentevoeten meerdere dossiers met een hoog kredietbedrag ingediend.

Al is het algehele economische klimaat enigszins verbeterd, de banken bevinden zich nog altijd in een moeilijke situatie aangezien de intrestvoeten voortdurend blijven dalen. Deze situatie is niet gunstig voor bankleningen ten gunste van KMO’s.

Het is wel zo dat de liquiditeitskosten zijn gedaald, maar dat kon niet beletten dat de interbancaire financiering erop is achteruitgegaan, waardoor bepaalde banken in moeilijkheden kunnen geraken.

Aangezien deze fenomenen zich blijven voordoen, hebben de lidstaten van de OESO verder de herziening van de CIRR onderzocht teneinde te weten te komen welke mogelijkheden er bestaan om beter rekening te kunnen houden met de verschillende bankkosten die aan de exporteurs worden gevraagd en die een rem zetten op de financiering van de door Finexpo ondersteunde projecten.

Ter zake werd tot op heden evenwel geen resultaat geboekt.

(24)

In dit verband kan de overheid – via de financiële instrumenten waarover Finexpo beschikt – steun verlenen aan de exporteurs wanneer zij over grote exportcontracten onderhandelen. Het zou een beoordelingsfout zijn om nu te bezuinigen op de middelen waarmee Finexpo ondersteuning geeft aan de Belgische export die zich al in een moeilijke budgettaire en financiële situatie bevindt, temeer daar de exporteurs het heel moeilijk hebben met de “oneerlijke” concurrentie van bepaalde landen die geen deel uitmaken van de OESO en tegen de achtergrond van een economische situatie waarin bepaalde overheden de nationale productie bewust voortrekken.

Het minimumpercentage van de DDR dat door de OESO wordt bepaald en op basis waarvan de financieringen van Finexpo worden berekend, verplichten de banken ofwel langere terugbetalingstermijnen op te leggen, ofwel Finexpo te verzoeken het percentage van de aanvullende gift in het schenkingsdeel te verhogen.

Op termijn dreigt de budgettaire impact van de beloften groter te worden en sneller het niveau van het maximaal toegestane bedrag te bereiken.

Referenzen

ÄHNLICHE DOKUMENTE

Er wordt voor de periode vanaf 1 november 2020 tot en met 31 december 2025 een retributie gevestigd voor de inname van het openbaar domein (exclusief gewestwegen) door.

Wanneer het vast bureau overeenkomstig artikel 267 van het decreet lokaal bestuur op eigen verantwoordelijkheid een voorgenomen verbintenis viseert of

• Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van

Deze maatregel zal ter kennis worden gebracht door middel van verkeersborden E9 a waarop 'taxi' wordt vermeldt en voorzien van onderbord vrijdag tot en met zaterdag tussen 19:00 uur

2 - Het politiereglement houdende instellen parkeerverbod voor vrachtwagens ter hoogte van het Canadees Kerkhof van 25 april 2007 wordt hierbij opgeheven. 3 - Dit reglement zal

Dit reglement zal ter kennisgeving overgemaakt worden aan de Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse

Deze maatregel zal ter kennis worden gebracht door middel van markeringen zoals voorzien in artikel 77.4 van het KB van 1.12.1975, houdende Algemeen Reglement op de Politie van het

Dit reglement zal ter kennisgeving overgemaakt worden aan de Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse Overheid en