• Keine Ergebnisse gefunden

TNC 320 Gebruikershandboek DIN/ISO-programmering

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Aktie "TNC 320 Gebruikershandboek DIN/ISO-programmering"

Copied!
744
0
0

Wird geladen.... (Jetzt Volltext ansehen)

Volltext

(1)

TNC 320

Gebruikershandboek DIN/ISO-programmering

NC-software 771851-05 771855-05

(2)

Bedieningselementen van de besturing

2

Bedieningselementen van de besturing Toetsen

Bedieningselementen op het beeldscherm

Toets Functie

Beeldschermindeling selecteren Beeldscherm tussen machinewerk- stand, programmeerwerkstand en derde bureaublad omschakelen Softkeys: functie op het beeld- scherm selecteren

Softkeybalken omschakelen

Machinewerkstanden

Toets Functie

Handbediening Elektronisch handwiel Positioneren met handinvoer Programma-afloop regel voor regel Automatische programma-afloop

Programmeerwerkstanden

Toets Functie

Programmeren Programmatest

Coördinatenassen en cijfers invoeren en bewerken

Toets Functie

. . . Coördinatenassen selecteren of in het programma invoeren

. . . Cijfers

Decimaal scheidingsteken / voorte- ken omkeren

Poolcoördinateninvoer/

incrementele waarden Q-parameterprogrammering/

Q-parameterstatus

Actuele positie overnemen

NO

ENT Dialoogvragen overslaan en woorden wissen

Invoer afsluiten en dialoog voortzet- ten

Regel afsluiten, invoer beëindigen Ingevoerde gegevens terugzetten of foutmelding wissen

Dialoog afbreken, programmadeel wissen

Gereedschapsgegevens

Toets Functie

Gereedschapsgegevens in het programma definiëren

Gereedschapsgegevens oproepen

(3)

Programma's en bestanden beheren, besturingsfuncties

Toets Functie

Programma's of bestanden selec- teren en wissen, externe data- overdracht

Programma-oproep definiëren, nulpunt- en puntentabellen selecte- ren

MOD-functie selecteren

Helpteksten bij NC-foutmeldingen weergeven, TNCguide oproepen Alle actuele foutmeldingen weerge- ven

Calculator weergeven Speciale functies weergeven

Navigatietoetsen

Toets Functie

Cursor positioneren

Regels, cycli en parameterfuncties direct selecteren

Naar begin van programma of begin van tabel navigeren

Naar einde van programma of einde van een tabelregel navigeren Per pagina omhoog navigeren Per pagina omlaag navigeren Volgende tab in invoerschermen selecteren

Dialoogveld of knop omhoog/

omlaag

Cycli, subprogramma's en

herhalingen van programmadelen

Toets Functie

Tastsysteemcycli definiëren Cycli definiëren en oproepen Subprogramma's en herhalingen van programmadelen invoeren en oproepen

Programmastop in een programma invoeren

Baanbewegingen programmeren

Toets Functie

Contour benaderen/verlaten Vrije contourprogrammering FK Rechte

Cirkelmiddelpunt/pool voor poolco- ördinaten

Cirkelbaan om cirkelmiddelpunt Cirkelbaan met radius

Cirkelbaan met tangentiële aanslui- ting

Afkanting/hoeken afronden

Potentiometer voor aanzet en spiltoerental

Aanzet Spiltoerental

(4)
(5)

Basisprincipes

(6)

Basisprincipes | Over dit handboek

6

Over dit handboek

Veiligheidsinstructies

Neem alle veiligheidsinstructies in dit document en in de documentatie van uw machinefabrikant in acht!

Veiligheidsinstructies waarschuwen voor gevaren tijdens de omgang met software en apparaten en bevatten aanwijzingen ter voorkoming van deze gevaren. Ze zijn naar de ernst van het gevaar geclassificeerd en in de volgende groepen onderverdeeld:

GEVAAR

Gevaar duidt op gevaarlijke situaties voor personen. Wanneer u de instructies ter voorkoming van risico's niet opvolgt, leidt het gevaar onvermijdelijk tot de dood of zwaar letsel.

WAARSCHUWING

Waarschuwing duidt op gevaarlijke situaties voor personen.

Wanneer u de instructies ter voorkoming van risico's niet opvolgt, leidt het gevaar waarschijnlijk tot de dood of zwaar letsel.

VOORZICHTIG

Voorzichtig duidt op gevaar voor personen. Wanneer u de instructies ter voorkoming van risico's niet opvolgt, leidt het gevaar waarschijnlijk tot licht letsel.

AANWIJZING

Aanwijzing duidt op gevaren voor objecten of gegevens.

Wanneer u de instructies ter voorkoming van risico's niet opvolgt, leidt het gevaar waarschijnlijk tot materiële schade.

Informatievolgorde binnen de veiligheidsvoorschriften Alle veiligheidsinstructies bestaan uit de volgende vier delen:

Het signaalwoord toont de ernst van het gevaar Soort en bron van het gevaar

Gevolgen bij het negeren van het gevaar, bijv. "Bij de volgende bewerkingen bestaat er botsingsgevaar"

Vluchtinstructies - veiligheidsmaatregelen als afweer tegen het gevaar

(7)

Basisprincipes | Over dit handboek

Informatieve aanwijzingen

Neem alle informatieve aanwijzingen in deze handleiding in acht om een foutloze en efficiënte werking van de software te waarborgen.

In deze handleiding vindt u de volgende informatieve aanwijzingen:

Met het informatiesymbool wordt een tip aangeduid.

Een tip geeft belangrijke extra of aanvullende informatie.

Dit symbool geeft aan dat u de veiligheidsinstructies van de machinefabrikant moet opvolgen. Het symbool maakt u attent op machineafhankelijke functies. Mogelijke gevaren voor de operator en de machine staan in het machinehandboek beschreven.

Het boeksymbool staat voor een kruisverwijzing naar externe documentatie, bijv. de documentatie van uw machinefabrikant of een externe aanbieder.

Wenst u wijzigingen of hebt u fouten ontdekt?

Wij streven er voortdurend naar onze documentatie voor u te verbeteren. U kunt ons daarbij helpen. De door u gewenste wijzigingen kunt u per e-mail toezenden naar:

tnc-userdoc@heidenhain.de

(8)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

8

Besturingstype, software en functies

In dit handboek wordt beschreven over welke functies u bij de besturingen vanaf de volgende NC-softwarenummers kunt beschikken.

Type besturing NC-softwarenr.

TNC 320 771851-05

TNC 320 Programmeerplaats 771855-05

De machinefabrikant stelt via de machineparameters de beschikbare functies van de besturing in op de betreffende

machine. Daarom worden in dit handboek ook functies beschreven die niet op elke besturing beschikbaar zijn.

Bijvoorbeeld de volgende besturingsfuncties zijn niet op alle machines beschikbaar:

Gereedschapsmeting met de TT

Om de werkelijke functieomvang van uw machine te leren kennen, kunt u contact opnemen met de machinefabrikant.

Veel machinefabrikanten en ook HEIDENHAIN bieden

programmeercursussen voor de HEIDENHAIN-besturingen aan. Wij adviseren u deze cursussen te volgen als u de besturingsfuncties grondig wilt leren kennen.

Gebruikershandboek Cyclusprogrammering:

Alle cyclusfuncties (tast- en bewerkingscycli) zijn in het gebruikershandboek Cyclusprogrammering beschreven.

Neem contact op met HEIDENHAIN, wanneer u dit gebruikershandboek nodig hebt. ID: 1096959-xx

(9)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

Software-opties

De TNC 320 beschikt over diverse software-opties die door uw machinefabrikant vrijgegeven kunnen worden.

Iedere optie moet afzonderlijk worden vrijgegeven en omvat steeds de hierna genoemde functies:

Additional Axis (optie #0 en optie #1)

Additionele as Extra regelkringen 1 en 2

Advanced Function Set 1 (optie #8)

Uitgebreide functies groep 1 Rondtafelbewerking:

Contouren op de uitslag van een cilinder Aanzet in mm/min

Coördinatenomrekeningen:

Zwenken van het bewerkingsvlak HEIDENHAIN DNC (optie #18)

Communicatie met externe pc-applicaties via COM-componenten CAD Import (optie #42)

CAD Import Ondersteunt DXF, STEP en IGES

Overname van contouren en puntenpatronen Gemakkelijk instellen van het referentiepunt

Grafisch selecteren van contourgedeeltes uit klaartekstprogramma's Extended Tool Management (optie #93)

Uitgebreid gereedschapsbeheer Op basis van python Remote Desktop Manager (optie #133)

Afstandsbediening van externe

computereenheden Windows op een aparte computereenheid

Geïntegreerd in de besturingsinterface

(10)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

10

Ontwikkelingsversie (upgrade-functies)

Naast software-opties worden belangrijke verdere ontwikkelingen van de besturingssoftware via upgrade-functies, de Feature

Content Level (Engelse term voor ontwikkelingsversie), beheerd. U kunt niet automatisch beschikken over functies die afhankelijk zijn van de FCL wanneer u een software-update in uw besturing laadt.

Als u een nieuwe machine ontvangt, dan staan u alle upgrade-functies gratis ter beschikking.

Upgrade-functies zijn in het handboek met FCL n aangegeven. De n geeft het volgnummer van de ontwikkelingsversie aan.

U kunt met een tegen betaling verkrijgbaar sleutelgetal de FCL- functies permanent vrijschakelen. Neem daartoe contact op met uw machineleverancier of met HEIDENHAIN.

Gebruiksomgeving

De besturing voldoet aan de eisen van klasse A volgens EN 55022 en is voornamelijk bedoeld voor gebruik in industriële omgevingen.

Juridische opmerking

Dit product maakt gebruik van open source software. Meer informatie vindt u op de besturing onder:

Werkstand Programmeren MOD-functie

softkey LICENTIE-INFORMATIE

(11)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

Nieuwe functies

Nieuwe functies 34055x-06

De actieve richting van de gereedschapsas kan nu bij handbediening en tijdens handwiel-override als virtuele

gereedschapsas worden geactiveerd, zie "Handwielpositionering tijdens de programma-afloop laten doorwerken: M118 ",

Pagina 449

Het schrijven en lezen van tabellen is nu met vrij definieerbare tabellen mogelijk, zie "Vrij definieerbare tabellen", Pagina 473 Nieuwe tastcyclus 484 voor kalibratie van het

kabelloze tastsysteem TT 449, zie gebruikershandboek Cyclusprogrammering

De nieuwe handwielen HR 520 en HR 550 FS worden

ondersteund, zie "Verplaatsen met elektronische handwielen", Pagina 531

Nieuwe bewerkingscyclus 225 Graveren, zie gebruikershandboek Cyclusprogrammering

Nieuwe handmatige tastcyclus Middenas als referentiepunt, zie "Middenas als referentiepunt ", Pagina 586

Nieuwe functie voor het afronden van hoeken, zie "Hoeken afronden: M197", Pagina 456

De externe toegang tot de besturing kan nu via een MOD-functie worden geblokkeerd, zie "Externe toegang", Pagina 646

(12)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

12

Gewijzigde functies 34055x-06

In de gereedschapstabel is het maximumaantal tekens voor de velden NAME en DOC van 16 naar 32 verhoogd, zie

"Gereedschapsgegevens in de tabel invoeren", Pagina 217 De bediening en het positioneergedrag van de handbediende tastcycli is verbeterd, zie "3D-tastsysteem gebruiken ", Pagina 554

In cycli kunnen met de functie PREDEF nu ook

voorgedefinieerde waarden in een cyclusparameter worden overgenomen, zie gebruikershandboek Cyclusprogrammering Bij de KinematicsOpt-cycli wordt nu een

nieuw optimalisatie-algoritme gebruikt, zie gebruikershandboek Cyclusprogrammering

Bij cyclus 257 Frezen van ronde tappen is nu een parameter beschikbaar waarmee u de benaderingspositie bij de tap kunt vastleggen, zie gebruikershandboek Cyclusprogrammering Bij cyclus 256 Rechthoekige tap is nu een parameter

beschikbaar waarmee u de benaderingspositie bij de tap kunt vastleggen, zie gebruikershandboek Cyclusprogrammering Met de handmatige tastcyclus Basisrotatie kan de scheve ligging van het werkstuk nu ook via een tafelrotatie worden gecompenseerd, zie "Scheve ligging van het werkstuk via een tafelrotatie compenseren", Pagina 574

(13)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

Nieuwe functies 77185x-01

Nieuwe speciale werkstand VRIJZETTEN, zie "Terugtrekken na stroomuitval", Pagina 628

Nieuwe simulatiegrafiek, zie "Grafische weergaven ", Pagina 604

Nieuwe MOD-functie Bestand GS-gebruik binnen de groep Systeeminstellingen, zie "Bestand GS-gebruik", Pagina 649 Nieuwe MOD-functie Systeemtijd instellen binnen de groep Systeeminstellingen, zie "Systeemtijd instellen", Pagina 650 Nieuwe MOD-groep Grafische instellingen, zie ""

Met de snijgegevenscalculator kunt u het spiltoerental en de aanzet berekenen, zie "Snijgegevenscalculator", Pagina 192 Bij de sprongopdrachten zijn nieuwe indien/dan-beslissingen toegevoegd, zie "Indien/dan-beslissingen programmeren", Pagina 361

De tekenset van de bewerkingscyclus 225 Graveren is uitgebreid met trema's en diametertekens, zie gebruikershandboek Cyclusprogrammering Nieuwe bewerkingscyclus 275 Wervelfrezen, zie gebruikershandboek Cyclusprogrammering Nieuwe bewerkingscyclus 233 Vlakfrezen, zie gebruikershandboek Cyclusprogrammering

In de boorcycli 200, 203 en 205 is de parameter Q395 REF. DIEPTE ingevoerd om de T-ANGLE te analyseren, zie gebruikershandboek Cyclusprogrammering

De tastcyclus 4 METEN 3D is ingevoerd, zie gebruikershandboek Cyclusprogrammering

(14)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

14

Gewijzigde functies 77185x-01

In een NC-regel zijn max. 4 M-functies toegestaan, zie

"Basisprincipes", Pagina 436

In de calculator zijn nieuwe softkeys voor de overname van waarden toegevoegd, zie "Bediening", Pagina 189

De uitlezing van de restweg kan nu ook in het invoersysteem worden weergegeven, zie "Digitale uitlezing selecteren", Pagina 651

Cyclus 241 EENLIPPIG DIEPBOREN is uitgebreid met diverse invoerparameters, zie gebruikershandboek Cyclusprogrammering

Cyclus 404 is uitgebreid met parameter Q305 NR. IN TABEL, zie gebruikershandboek Cyclusprogrammering

In de draadfreescycli 26x is een benaderingsaanzet toegevoegd, zie gebruikershandboek Cyclusprogrammering

In cyclus 205 Universeel-diepboren kan nu met de parameter Q208 een aanzet voor het terugtrekken worden gedefinieerd, zie gebruikershandboek Cyclusprogrammering

(15)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

Nieuwe functies 77185x-02

Programma's met de extensies .HU en .HC kunnen in alle werkstanden worden geselecteerd en bewerkt

De functies PROGRAMMA KIEZEN en

GEKOZEN PROGRAMMA OPROEPEN zijn ingevoerd, zie

"Willekeurig programma als subprogramma oproepen", Pagina 337

Nieuwe functie FEED DWELL voor het programmeren van herhalende stilstandtijden, zie "Stilstandtijd FUNCTION FEED", Pagina 482

De besturing begint de regel automatisch met een hoofdletter, zie "Baanfuncties programmeren", Pagina 272.

De D18-functies zijn uitgebreid, zie "D18 – Systeemgegevens lezen", Pagina 376

Met de veiligheidssoftware SELinux kunnen USB-

gegevensdragers worden geblokkeerd, zie "Veiligheidssoftware SELinux", Pagina 104

De machineparameter posAfterContPocket (nr. 201007) is ingevoerd; daarmee wordt de positionering na een SL-cyclus beïnvloed, zie "Machinespecifieke gebruikerparameters", Pagina 676

In het MOD-menu kunnen veiligheidszones worden

gedefinieerd, zie "Verplaatsingsgrenzen invoeren", Pagina 648 Schrijfbeveiliging voor afzonderlijke regels van de

referentiepuntbeheertabel mogelijk, zie "Referentiepunten in de tabel opslaan", Pagina 544

Nieuwe handmatige tastfunctie voor het uitlijnen van een vlak, zie "3D-basisrotatie bepalen", Pagina 576

Nieuwe functie voor het uitlijnen van het bewerkingsvlak zonder rotatie-assen, zie "Bewerkingsvlak zwenken zonder rotatie- assen", Pagina 518

Openen van CAD-bestanden zonder optie #42 mogelijk, zie

"Gegevens overnemen uit CAD-bestanden", Pagina 305 Nieuwe software-optie #93 Extended Tool Management, zie

"Bestandsbeheer oproepen", Pagina 245

(16)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

16

Gewijzigde functies 77185x-02

Het invoerbereik van de kolom DOC in de plaatstabel is uitgebreid naar 32 tekens, zie "Plaatstabel voor gereedschapswisselaar", Pagina 230

De commando's D15, D31 en D32 uit vorige besturingen genereren bij het importeren niet langer ERROR-regels. Bij het simuleren of afwerken van een NC-programma met dergelijke commando's onderbreekt de besturing het NC-programma met een foutmelding die u ondersteunt bij het vinden van een alternatieve realisering.

De additionele functies M104, M105, M112, M114, M124, M134, M142, M150, M200 - M204 uit vorige besturingen genereren bij het importeren niet langer ERROR-regels.

Bij het simuleren of afwerken van een NC-programma met deze additionele functies onderbreekt de besturing het NC- programma met een foutmelding die u ondersteunt bij het vinden van een alternatieve realisering, zie "Vergelijking:

additionele functies", Pagina 713

De maximale bestandsgrootte van de met D16 F-Afdrukken uitgevoerde bestanden is uitgebreid van 4 kB naar 20 kB.

Referentiepuntbeheertabel Preset.PR is in de werkstand Programmeren voorzien van schrijfbeveiliging, zie

"Referentiepunten in de tabel opslaan", Pagina 544 Het invoerbereik van de lijst met Q-parameters voor het definiëren van het tabblad QPARA van de statusweergave omvat 132 invoerposities, zie "Q-parameters weergeven (tab QPARA)", Pagina 94

Handmatig kalibreren van het tastsysteem met minder voorpositioneringen, zie "3D-tastsysteem kalibreren ", Pagina 564

De digitale uitlezing houdt rekening met de in de T-regel geprogrammeerde overmaten DL die kunnen worden

geselecteerd als overmaat van het werkstuk of gereedschap, zie

"Deltawaarden voor lengten en radiussen", Pagina 215

In de afzonderlijke regel werkt de besturing bij puntpatrooncycli en G79 PAT elk punt afzonderlijk af, zie "Programma-afloop", Pagina 621

Het rebooten van de besturing is niet langer mogelijk met de END-toets, maar met de softkey OPNIEUW STARTEN, zie

"Uitschakelen", Pagina 528

In de handbediening toont de besturing de baanaanzet, zie "spiltoerental S, aanzet F en additionele M-functie", Pagina 541

Zwenken in de handbediening kan alleen via het 3D-ROT-menu worden gedeactiveerd, zie "Handmatig zwenken activeren", Pagina 593

De machineparameter maxLineGeoSearch(nr. 105408) is verhoogd naar max. 50000, zie "Machinespecifieke gebruikerparameters", Pagina 676

De naam van de software-optie #8 is gewijzigd, zie "Software- opties", Pagina 9

(17)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

Nieuwe en gewijzigde cyclusfuncties 77185x-02 Cyclus G270 CONTOURREEKS- DATA is toegevoegd

Cyclus G139 CYL. MANTEL CONTOUR is toegevoegd (optie #1) De tekenset van de bewerkingscyclus G225 GRAVEREN is uitgebreid met het CE-teken, ß, het @-teken en de systeemtijd Cycli G252-G254 zijn uitgebreid met de optionele parameter Q439

Cyclus G122 UITRUIMEN is uitgebreid met de optionele parameters Q401, Q404

Cyclus G484 IR-TT KALIBREREN is uitgebreid met de optionele parameter Q536

Meer informatie: gebruikershandboek Cyclusprogrammering

(18)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

18

Nieuwe functies 77185x-04

Nieuwe functie FUNCTION DWELL voor het programmeren van een stilstandtijd, zie "Stilstandtijd FUNCTION DWELL", Pagina 484

Nieuwe functie FUNCTION S-PULSE voor het programmeren van een pulserend toerental, zie "Pulserend toerental FUNCTION S- PULSE", Pagina 480

De draaigereedschapstabel is uitgebreid met de kolom KINEMATIC, zie "Gereedschapsgegevens in de tabel invoeren", Pagina 217

De draaigereedschapstabel is uitgebreid met de kolom OVRTIME, zie "Gereedschapsgegevens in de tabel invoeren", Pagina 217

Bij het importeren van gereedschapsgegevens mag het CSV-bestand aanvullende tabelkolommen bevatten die niet bekend zijn bij de besturing. Bij de import verschijnt er een melding betreffende de onbekende kolommen en een mededeling dat deze waarden niet worden overgenomen, zie "Gereedschapsgegevens importeren en exporteren", Pagina 252

Bij handmatige tastfuncties wordt een nog niet bestaande regel in de referentiepuntbeheertabel aangemaakt, zie "Meetwaarden uit de tastcycli in de referentiepunttabel schrijven", Pagina 563 Bij handmatige tastfuncties kan in een met een wachtwoord beveiligde regel worden geschreven, zie "Meetwaarden vanuit de tastcycli registreren", Pagina 561

Tijdens een handmatige tastsysteemcyclus is het mogelijk de controle aan het handwiel door te geven, zie "Verplaatsingen bij een handwiel met display", Pagina 556

Er kunnen meerdere handwielen op een besturing worden aangesloten, zie "Verplaatsen met elektronische handwielen", Pagina 531

In de werkstand Elektronisch handwiel kan de handwielas HR 130 met de oranje astoetsen gekozen worden

Als de besturing op maateenheid INCH is ingesteld,

verrekent de besturing ook bewegingen die met het handwiel uitgevoerd worden in INCH, zie "Verplaatsen met elektronische handwielen", Pagina 531

De besturing maakt onderscheid tussen een onderbroken en een gestopt NC-programma. In onderbroken toestand biedt de besturing meer mogelijkheden om in te grijpen, zie "Bewerking onderbreken, stoppen of afbreken", Pagina 623

De software-optie #42 DXF-converter genereert nu ook CR- cirkels, zie "Basisinstellingen", Pagina 309

Bij een actieve indeling kan de indelingsregel in het indelingsvenster worden bewerkt, zie "Definitie, toepassingsmogelijkheid", Pagina 187

Bij de functie Bewerkingsvlak zwenken kan een bewegende hulp worden geselecteerd, zie "Overzicht", Pagina 493 De D18-functies zijn uitgebreid, zie "D18 – Systeemgegevens lezen", Pagina 376

De D16-functies zijn uitgebreid, zie "D16 – teksten en Q- parameterwaarden geformatteerd uitvoeren", Pagina 369

(19)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

Het met OPSLAAN ALS opgeslagen bestand vindt u in het bestandsbeheer ook onder LAATSTE BESTANDEN, zie "NC- programma bewerken", Pagina 142

Als u met OPSLAAN ALS bestanden opslaat, kunt u met de softkey WIJZIGEN de doelmap selecteren, zie "NC-programma bewerken", Pagina 142

In het bestandsbeheer kan snel naar bestanden worden gezocht via de invoer van de desbetreffende beginletter, zie "Stations, directory's en bestanden selecteren", Pagina 154

Het bestandsbeheer geeft verticale schuifbalken weer en ondersteunt het scrollen met de muis, zie "Bestandsbeheer oproepen", Pagina 153

Nieuwe machineparameter voor het terugzetten van M7 en M8, zie "Machinespecifieke gebruikerparameters", Pagina 676 Met de functie STRLEN kunt u controleren of een stringparameter gedefinieerd is, zie "Lengte van een stringparameter bepalen", Pagina 419

Met de functie SYSSTR kan de NC-softwareversie worden uitgelezen, zie "Systeemgegevens lezen", Pagina 416 De functie D38 kan nu zonder sleutelgetal worden geprogrammeerd

Met de functie D00 kunnen nu ook niet-gedefinieerde Q- parameters doorgegeven worden

Bij sprongen met D09 zijn QS-parameters en teksten als voorwaarde toegestaan, zie "Indien/dan-beslissingen programmeren", Pagina 361

Cilindrische onbewerkte werkstukken kunnen nu ook met diameter in plaats van radius worden gedefinieerd, zie

"Onbewerkt werkstuk definiëren: G30/G31", Pagina 135 De overgangselementen G24 en G25 kunnen nu ook tussen driedimensionale contouren worden uitgevoerd, dus bij rechte- regels met drie geprogrammeerde coördinaten of een helix De besturing ondersteunt nu ruimtelijke cirkels, d.w.z. cirkels in 3 assen loodrecht op het bewerkingsvlak, zie "Cirkelbaan om cirkelmiddelpunt ", Pagina 277

In het 3D-ROT-menu wordt de actieve kinematica weergegeven, zie "Handmatig zwenken activeren", Pagina 593

In de werkstanden PGM-afloop regel voor regel en

Automatische programma-afloop kan de beeldschermindeling PGM + VERDELING gekozen worden, zie "Programma's

structureren", Pagina 187

In de werkstanden Automatische PGM-afloop, PGM-afloop regel v.regel en Positioneren met handingave kan de lettergrootte op dezelfde grootte worden ingesteld als in de werkstand Programmeren, zie "Machinespecifieke gebruikerparameters", Pagina 676

De functies in de werkstand Positioneren met handingave zijn uitgebreid en de bediening is aangepast, zie "Positioneren met handinvoer", Pagina 597

In de werkstand VRIJZETTEN wordt de actieve kinematica

(20)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

20

In de werkstand VRIJZETTEN kan de aanzetbegrenzing met de softkey AANZETBEGRENZING OPHEFFEN gedeactiveerd worden, zie "Terugtrekken na stroomuitval", Pagina 628 In de werkstand Programmatest kan een bestand GS- gebruik ook zonder simulatie worden gemaakt, zie

"Gereedschapsgebruiktest", Pagina 237

In de werkstand Programmatest kunt u met de softkey FMAX BANEN de ijlgangbewegingen verbergen, zie "3D- weergave in de werkstand Programmatest", Pagina 608 In de werkstand Programmatest kunt u met de softkey

VOLUMEMODEL TRG.ZETTEN het volumemodel terugzetten, zie

"3D-weergave in de werkstand Programmatest", Pagina 608 In de werkstand Programmatest kunt u met de softkey GEREEDSCH. BANEN TERUGZ. de gereedschapsbanen

terugzetten, zie "3D-weergave in de werkstand Programmatest", Pagina 608

In de werkstand Programmatest kunt u met de softkey METEN de coördinaten weergeven als u de muis op de grafische weergave plaatst, zie "3D-weergave in de werkstand Programmatest", Pagina 608

In de werkstand Programmatest kunt u met de softkey STOP BIJ simuleren tot aan een door u gedefinieerde regel, zie "Programmatest tot aan een bepaalde regel uitvoeren", Pagina 620

In de statusweergave in het tabblad POS wordt de actieve basistransformatie weergegeven, zie "Posities en coördinaten (tab POS)", Pagina 92

In de statusweergave wordt nu aanvullend het pad van het actieve hoofdprogramma weergegeven, zie "Overzicht", Pagina 91, zie "Algemene programma-informatie (tab PGM)", Pagina 91

In de statusweergave worden in het tabblad CYC aanvullend T- Max en TA-Max weergegeven

Het is nu mogelijk de regelsprong voort te zetten, zie

"Willekeurige binnenkomst in het programma: regelsprong", Pagina 631

Met de functies NC/PLC Backup en NC/PLC Restore kunt u afzonderlijke mappen of het gehele station TNC opslaan en terugzetten, zie "Back-up en restore", Pagina 107

(21)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

Gewijzigde functies 77185x-04

Bij het bewerken van gereedschapstabel of

gereedschapsbeheer wordt uitsluitend de actuele tabelregel geblokkeerd, zie "Gereedschapstabellen bewerken",

Pagina 223

Bij het importeren van gereedschapstabellen worden niet aanwezige gereedschapstypen als type Ongedefinieerd geïmporteerd, zie "Gereedschapstabellen importeren", Pagina 227

In gereedschapsnamen zijn aanvullend de speciale tekens % en , toegestaan, zie "Gereedschapsnummer, gereedschapsnaam", Pagina 214

Bij het importeren van gereedschapstabellen worden de getalwaarden uit de kolom R-OFFS overgenomen, zie

"Gereedschapstabellen importeren", Pagina 227

In de kolom LIFTOFF van de gereedschapstabel is de default nu N, zie "Gereedschapsgegevens in de tabel invoeren", Pagina 217

De kolommen L en R van de gereedschapstabel zijn bij het aanmaken van een nieuw gereedschap leeg, zie

"Gereedschapstabellen bewerken", Pagina 223

In de gereedschapstabel is voor de kolommen RT en KINEMATIC nu de softkey KIEZEN beschikbaar, zie "Gereedschapsgegevens in de tabel invoeren", Pagina 217

Gegevens van gereedschappen die nog in de plaatstabel zijn opgeslagen, kunt u niet wissen, zie "Gereedschapstabellen bewerken", Pagina 223

De tastfunctie hoek als referentiepunt is uitgebreid, zie "Hoek als referentiepunt ", Pagina 581

Bij alle handmatige tastfuncties is een snellere selectie van de starthoek van boringen en tappen met behulp van softkeys mogelijk (asparallelle tastrichtingen), zie "Functies in tastcycli", Pagina 558

Bij het tasten wordt na de overname van de actuele positie van het 1e punt voor het 2e punt van de softkey voor de asrichting weergegeven

Bij alle handmatige tastfuncties wordt de richting van de hoofdas als instelwaarde aangeboden

De rangschikking van de softkeys in de handmatige tastcyclus TASTEN P is aangepast, zie "Hoek als referentiepunt ",

Pagina 581

In de handmatige tastcycli kunnen de hardkeys END en Overname actuele positie gebruikt worden

In de handbediening is de weergave van de baanaanzet gewijzigd, zie "spiltoerental S, aanzet F en additionele M- functie", Pagina 541

De softkey FMAX in de programma-afloop begrenst niet alleen de baanaanzet voor de programma-afloop, maar ook de asaanzet voor handmatige asbewegingen, zie "Aanzetbegrenzing F MAX", Pagina 542

(22)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

22

De ingevoerde waarden van de verplaatsingsgrenzen worden op geldigheid gecontroleerd, zie "Verplaatsingsgrenzen invoeren", Pagina 648

Als de referentiepuntbeheertabel wordt geopend, staat de cursor op de regel van het actieve referentiepunt

Het invoerbereik van de kolommen SPA, SPB en SPC van de referentiepuntbeheertabel is uitgebreid tot 999,9999, zie

"Referentiepuntbeheer", Pagina 543

Nieuw helpscherm bij PLANE RESET, zie "Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen", Pagina 510

Zwenken is ook in combinatie met spiegelen toegestaan, zie

"De PLANE-functie: zwenken van het bewerkingsvlak (optie #8)", Pagina 491

Het gedrag van COORD ROT en TABLE ROT in het 3D-ROT- menu is gewijzigd, zie "Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen", Pagina 510

Ook wanneer het dialoogvenster 3D-ROT in de werkstand Handbediening op Actief staat, werkt PLANE RESET bij een actieve basistransformatie, zie "Handmatig zwenken activeren", Pagina 593

De besturing registreert bij het berekenen van de ashoek in de via M138 gedeselecteerde assen de waarde 0, zie "Keuze van zwenkassen: M138", Pagina 522

De aanzet-potentiometer reduceert uitsluitend de

geprogrammeerde aanzet, niet meer de door de besturing berekende aanzet, zie "Aanzet F", Pagina 212

De functies APPR LT, APPR LCT, DEP LT en DEP LCT

positioneren alle drie de assen tegelijkertijd naar het hulppunt, zie "Benaderen via een rechte met tangentiële aansluiting:

APPR LT", Pagina 267, zie "Benaderen via een cirkelbaan met tangentiële aansluiting op de contour en de rechte: APPR LCT", Pagina 269

Via de functies APPR CT en DEP CT kan een helix worden benaderd en vrijgezet. Deze beweging wordt als helix met gelijke spoed uitgevoerd, zie "Overzicht: baanvormen voor het benaderen en verlaten van de contour", Pagina 264

Regel bewerken zorgt er niet meer voor dat de blokmarkering wordt opgeheven. Wanneer bij een actieve blokmarkering een regel wordt bewerkt en er vervolgens via de syntaxiszoekfunctie een andere regel wordt geselecteerd, wordt de markering uitgebreid met de nieuw geselecteerde regel, zie

"Programmadelen markeren, kopiëren, wissen en invoegen", Pagina 145

De actuele indelingsregel is in het indelingsvenster duidelijker herkenbaar, zie "Definitie, toepassingsmogelijkheid",

Pagina 187

De DHCP-lease-time geldt nu ook na een stroomonderbreking.

Bij het afsluiten van HEROS wordt niet meer aan de DHCP- server meegedeeld dat het IP-adres weer vrij is, zie "Besturing configureren", Pagina 661

In de statusweergave zijn de velden voor de LBL-namen tot 32 tekens uitgebreid

De statusweergave TT geeft nu ook waarden weer, als tabblad TT pas later wordt geopend

(23)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

Er kan nu ook met de toets Volgend tabblad tussen de statusweergaven geschakeld worden, zie "Additionele statusweergaven", Pagina 90

Als een met % opgeroepen subprogramma met M2 of M30 wordt beëindigd, volgt er een waarschuwing van de besturing M124 veroorzaakt geen foutmelding meer, alleen nog een waarschuwing Daardoor kunnen NC-programma's met geprogrammeerde M124 ononderbroken doorlopen

In het bestandsbeheer worden de programma's of directory's op de cursorpositie bovendien in een eigen veld onder de actuele padweergave getoond

In het bestandsbeheer kan het gebruik van hoofd- en kleine letters in een bestandsnaam nu worden gewijzigd

Als u in het bestandsbeheer een groter bestand kopieert naar een USB-apparaat, volgt er een waarschuwing van de besturing, totdat de gegevensoverdracht afgesloten is, zie "USB-apparaten op de besturing", Pagina 178

In het bestandsbeheer geeft de besturing bij de padopgave ook het actuele typefilter weer

In het bestandsbeheer wordt nu in alle werkstanden de softkey ALLE TON. weergegeven

In het bestandsbeheer is de functie Directory selecteren bij het kopiëren van bestanden of directory's gewijzigd. De twee softkeys OK en AFBREKEN zijn beschikbaar op de twee eerste posities

De kleuren van de grafische programmaweergave zijn gewijzigd, zie "Grafische programmeerweergave", Pagina 194

In de werkstanden Programmatest en Programmeren worden de gereedschapsgegevens teruggezet, als een programma opnieuw wordt geselecteerd of met de softkey RESET + START opnieuw wordt gestart

In de werkstand Programmatest geeft de besturing als

referentiepunt bij RUWDEEL IN WERKBEREIK het nulpunt van de machinetafel weer, zie "Onbewerkt werkstuk in het werkbereik weergeven ", Pagina 614

Na wijziging het actieve referentiepunt is een voortzetting van het programma alleen nog mogelijk na GOTO of regelsprong, zie "Machine-assen tijdens een onderbreking verplaatsen", Pagina 626

Met regelsprong is een binnenkomst in een FK-reeks mogelijk, zie "Willekeurige binnenkomst in het programma: regelsprong", Pagina 631

De bediening en dialoogondersteuning van de regelsprong zijn verbeterd, ook voor pallettabellen, zie "Willekeurige binnenkomst in het programma: regelsprong", Pagina 631

(24)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

24

Nieuwe en gewijzigde cyclusfuncties 77185x-04 Nieuwe cyclus 258 VEELHOEKTAP

De cycli 421, 422 en 427 zijn uitgebreid met de parameters Q498 en Q531

Bij cyclus 247: REFERENTIEPUNT VASTLEGGEN kan bij de desbetreffende parameter het referentiepuntnummer uit de preset-tabel worden geselecteerd

Bij cyclus 200 en 203 is het gedrag van de stilstandtijd boven aangepast

Met cyclus 205 wordt op het coördinaatoppervlak ontspaand Bij SL-cycli wordt nu met M110 rekening gehouden bij aan de binnenkant gecorrigeerde cirkelbogen, wanneer dit tijdens de bewerking actief is

In cyclus 251 Rechthoekige kamer wordt nu met M110 rekening gehouden bij aan de binnenkant gecorrigeerde cirkelbogen, wanneer dit tijdens de bewerking actief is

Cyclus 225 is uitgebreid met de parameters Q516, Q367 en Q574. Daarmee is het mogelijk om een referentiepunt voor de betreffende tekstpositie te definiëren of om de tekstlengte en tekenhoogte te schalen

In de cycli 481 - 483 is parameter Q340 uitgebreid met de invoermogelijkheid "2". Dit maakt een gereedschapscontrole zonder een wijziging in de gereedschapstabel mogelijk Cyclus 251 is uitgebreid met parameter Q439. Ook is de nabewerkingsstrategie herzien

Bij cyclus 252 is de nabewerkingsstrategie herzien

Cyclus 275 is uitgebreid met de parameters Q369 en Q439 Meer informatie: gebruikershandboek Cyclusprogrammering

(25)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

Nieuwe functies 77185x-05

CONTOUR DEF is nu ook in DIN/ISO programmeerbaar zie "Menu Functies voor contour- en puntbewerkingen", Pagina 459

De PLANE-functies zijn nu ook in DIN/ISO met FMAX en FAUTO programmeerbaar, zie "Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen", Pagina 510

Wanneer in een werkstand Programma-afloop een pallettabel is geselecteerd, worden de Plaatsingslijst en T-gb.volgorde voor de totale pallettabel berekend, zie "Gereedschapsbeheer (optie

#93)", Pagina 244

Nieuwe functie FUNCTION COUNT, om een teller aan te sturen, zie "Teller definiëren", Pagina 467

Nieuwe functie FUNCTION LIFTOFF, om het gereedschap bij NC-stop van de contour vrij te zetten, zie "Gereedschap bij NC- stop vrijzetten: FUNCTION LIFTOFF", Pagina 485

U kunt de gereedschapshouderbestanden ook in het bestandsbeheer openen, zie "Gereedschapshouderbeheer", Pagina 461

Met de functie TABEL / NC-PGM AANPASSEN kunnen ook vrij definieerbare tabellen worden geïmporteerd en aangepast, zie

"Gereedschapstabellen importeren", Pagina 227

De machinefabrikant kan bij een tabellenimport met behulp van updateregels bijv. het automatische verwijderen van umlauten uit tabellen en NC-programma's mogelijk maken, zie

"Gereedschapstabellen importeren", Pagina 227

In de gereedschapstabel is snel zoeken naar gereedschapsnaam mogelijk, zie "Gereedschapsgegevens in de tabel invoeren", Pagina 217

Het is mogelijk van NC-regels commentaarregels te maken, zie

"NC-regel achteraf uitcommentariseren", Pagina 184

De machinefabrikant kan het vastleggen van het referentiepunt in afzonderlijke assen blokkeren, zie "Referentiepunten in de tabel opslaan", Pagina 544, zie "Referentiepunt instellen met 3D-tastsysteem ", Pagina 579

Regel 0 van de referentiepunttabel kan ook handmatig worden bewerkt, zie "Referentiepunten in de tabel opslaan", Pagina 544

De CAD-viewer exporteert punten met FMAX in een H-bestand, zie "Bestandstype selecteren", Pagina 322

Wanneer meerdere instances van de CAD-viewer geopend zijn, worden deze kleiner in het derde bureaublad weergegeven.

Met de CAD-viewer is nu de gegevensovername uit DXF, IGES en STEP mogelijk, zie "Gegevens overnemen uit CAD- bestanden", Pagina 305

In alle boomstructuren kunnen de elementen met een dubbelklik worden opengeklapt en dichtgeklapt.

Nieuw symbool in de statusweergave voor gespiegelde bewerking, zie "Algemene statusweergave", Pagina 88

Grafische instellingen in de werkstand Programmatest worden

(26)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

26

In de werkstand Programmatest kunnen nu diverse

verplaatsingsbereiken worden geselecteerd, zie "Toepassing", Pagina 614

Gereedschapsgegevens van tastsystemen kunnen ook in het gereedschapsbeheer (optie #93) weergegeven en ingevoerd worden, zie "Gereedschapsbeheer bewerken", Pagina 246 Met de softkey TASTSYST. BEWAK. UIT kunt u de

tastsysteembewaking gedurende 30 sec. onderdrukken, zie

"Tastsysteembewaking onderdrukken", Pagina 557 Bij het handmatig tasten ROT en P is het uitlijnen via een draaitafel mogelijk, zie "Scheve ligging van het werkstuk via een tafelrotatie compenseren", Pagina 574, zie "Hoek als referentiepunt ", Pagina 581

Bij actieve spilnageleiding is het aantal spilomwentelingen bij geopende veiligheidsdeur begrensd. Evt. verandert de rotatierichting van de spil, waardoor niet altijd via de kortste baan wordt gepositioneerd.

Met de functie D00 kunnen nu ook niet-gedefinieerde Q- parameters doorgegeven worden

Bij D16 is het mogelijk om als bron en doel verwijzingen naar Q-parameters of QS-parameters aan te geven, zie "D16 – teksten en Q-parameterwaarden geformatteerd uitvoeren", Pagina 369

De D18-functies zijn uitgebreid, zie "D18 – Systeemgegevens lezen", Pagina 376

Nieuwe machineparameter iconPrioList (nr. 100813), om de volgorde van de statusweergave (pictogrammen) vast te leggen, zie "Machinespecifieke gebruikerparameters", Pagina 676 Met de machineparameter clearPathAtBlk (nr. 124203) legt u vast of de gereedschapsbanen in de werkstand

Programmatest bij een nieuwe BLK-Form worden gewist, zie

"Machinespecifieke gebruikerparameters", Pagina 676

Nieuwe optionele machineparameter CfgDisplayCoordSys (nr.

127500) om te selecteren in welk coördinatensysteem een nulpuntverschuiving in de statusweergave wordt getoond, zie

"Machinespecifieke gebruikerparameters", Pagina 676

(27)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

Gewijzigde functies 77185x-05

Wanneer u geblokkeerde gereedschappen toepast, toont de besturing in de werkstand Programmeren en in Programmatest een waarschuwing, zie "Grafische programmeerweergave", Pagina 194, zie "Programmatest", Pagina 617

De besturing biedt bij het opnieuw benaderen van de contour een positioneerlogica, zie "Opnieuw benaderen van de contour", Pagina 636

Bij het opnieuw benaderen van een zustergereedschap op de contour is de positioneerlogica gewijzigd, zie

"Gereedschapswissel", Pagina 235

Assen die niet in de actuele kinematica zijn geactiveerd, kunnen ook bij gezwenkt bewerkingsvlak worden vastgelegd, zie "Referentiepunt passeren bij gezwenkt bewerkingsvlak", Pagina 527

Boringen en schroefdraad worden in de grafische

programmeerweergave lichtblauw weergegeven, zie "Grafische programmeerweergave", Pagina 194

De grafische weergave geeft het gereedschap bij aangrijpen rood en bij loze sneden blauw weer, zie "Gereedschap weergeven", Pagina 612

De posities van de snijvlakken worden bij programmaselectie of definiëren van een nieuwe BLK-Form niet meer teruggezet, zie

"Weergave in 3 vlakken", Pagina 610

Spiltoerentallen kunnen ook in de werkstand Handbediening met decimalen worden ingevoerd. Bij een toerental < 1000 toont de besturing de decimalen, zie "Waarden invoeren", Pagina 541

De sorteervolgorde en de kolombreedtes blijven in het gereedschapsselectievenster ook na het uitschakelen van de besturing behouden, zie "Gereedschapsgegevens oproepen", Pagina 233

Als een met %:PGM opgeroepen subprogramma met M2 of M30 wordt beëindigd, volgt er een waarschuwing van de besturing. De besturing wist de waarschuwing automatisch zodra u een ander NC-programma selecteert, zie

"Programmeerinstructies", Pagina 336

De besturing toont een foutmelding in de kopregel, totdat deze wordt gewist of door een fout met een hogere prioriteit (foutklasse) wordt vervangen, zie "Fouten tonen", Pagina 198 De duur voor het invoegen van grote hoeveelheden gegevens in een NC-programma is duidelijk gereduceerd.

Een USB-stick hoeft niet meer met behulp van een softkey te worden verbonden, zie "USB-apparaat aansluiten en verwijderen", Pagina 163

De snelheid bij het instellen van stapmaat, spiltoerental en aanzet is bij elektronische handwielen aangepast.

De pictogrammen van basisrotatie, 3D-basisrotatie en gezwenkt bewerkingsvlak zijn voor een beter onderscheid aangepast, zie

"Algemene statusweergave", Pagina 88

De besturing herkent automatisch of een tabel wordt

(28)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

28

Bij het instellen van de cursor in een invoerveld van het

gereedschapsbeheer wordt het gehele invoerveld gemarkeerd.

Door dubbelklikken met de muis of door de ENT-toets te

gebruiken, wordt bij keuzevelden van de tabelleneditor een apart venster geopend.

Bij het wijzigen van configuratideelbestanden breekt de

besturing de programmatest niet meer af, maar toont alleen nog een waarschuwing.

Voor assen waarbij geen referentieprocedure is uitgevoerd, kunt u noch een referentiepunt vastleggen, noch het referentiepunt wijzigen, zie "Referentiepunten passeren", Pagina 526

Wanneer bij het uitschakelen van het handwiel de

handwielpotentiometers nog actief zijn, geeft de besturing een waarschuwing, zie "Verplaatsen met elektronische handwielen", Pagina 531

Bij gebruik van de handwielen HR 550 of HR 550FS wordt bij te lage accuspanning een waarschuwing gegeven, zie "Verplaatsen met elektronische handwielen", Pagina 531

De machinefabrikant kan vastleggen of bij een gereedschap met CUT 0 de verspringing R-OFFS wordt meegenomen in de berekening, zie "Gereedschapstabel: gereedschapsgegevens voor de automatische gereedschapsmeting", Pagina 222 De machinefabrikant kan de gesimuleerde positie voor de gereedschapswissel wijzigen, zie "Programmatest", Pagina 617

In de machineparameter decimalCharakter (nr. 100805) kunt u instellen of als decimaal scheidingsteken een punt of een komma wordt gebruikt, zie "Machinespecifieke gebruikerparameters", Pagina 676

(29)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

Nieuwe en gewijzigde cyclusfuncties 77185x-05

Nieuwe cyclus 441 SNEL AANTASTEN. Met deze cyclus kunt u verschillende tastsysteemparameters (bijv. de

positioneeraanzet) globaal voor alle hierna gebruikte tastcycli vastleggen.

De cyclus 256 RECHTHOEKIGE TAP en 257 RONDE TAP is uitgebreid met de parameters Q215, Q385, Q369 en Q386.

Bij cyclus 205 en 241 is het aanzetgedrag gewijzigd.

Detailwijzigingen bij cyclus 233: bewaakt bij de nabewerking de snijlengte (LCUTS), vergroot bij het voorbewerken met freesstrategie 0-3 het vlak in freesrichting met Q357 (wanneer in deze richting geen begrenzing is ingesteld)

CONTOUR DEF is in DIN/ISO programmeerbaar.

De aanvullende, technisch achterhaalde cycli 1, 2, 3, 4, 5, 17, 212, 213, 214, 215, 210, 211, 230, 231 onder OLD CYCLES kunnen niet meer via de editor worden ingevoegd. Een afwerking en wijziging van deze cycli is echter nog steeds mogelijk.

De tafeltastsysteemcycli, o.a. 480, 481, 482, kunnen worden verborgen

Cyclus 225 Graveren kan met een nieuwe syntaxis de actuele tellerstand graveren.

Nieuwe kolom SERIAL in de tastsysteemtabel

Uitbreiding van de aaneengesloten contour: cyclus 25 met restmateriaal, cyclus 276 aaneengesloten contour 3D Meer informatie: gebruikershandboek Cyclusprogrammering

(30)

Basisprincipes | Besturingstype, software en functies

30

(31)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

1 Eerste stappen met de TNC 320... 57 2 Inleiding... 81 3 Basisprincipes, bestandsbeheer...119 4 Programmeerondersteuning...181 5 Gereedschappen... 211 6 contouren programmeren...255 7 Gegevens overnemen uit CAD-bestanden...305 8 Subprogramma's en herhalingen van programmadelen...329 9 Q-parameters programmeren...349 10 Additionele functies... 435 11 Speciale functies...457 12 Meerassige bewerking... 489 13 Handbediening en instellen...523 14 Positioneren met handinvoer...597 15 Programmatest en programma-afloop...603 16 MOD-functies... 641 17 Tabellen en overzichten... 675

(32)

Inhoudsopgave

32

(33)

Inhoudsopgave

1 Eerste stappen met de TNC 320... 57

1.1 Overzicht... 58 1.2 Machine inschakelen...58 Stroomonderbreking bevestigen en referentiepunten benaderen... 58 1.3 Het eerste onderdeel programmeren...60 De juiste werkstand selecteren...60 De belangrijkste bedieningselementen van de besturing...60 Een nieuw programma openen/bestandsbeheer...61 Een onbewerkt werkstuk definiëren...62 Programma-opbouw... 63 Een eenvoudige contour programmeren... 65 Cyclusprogramma maken...68 1.4 Het eerste onderdeel grafisch testen...70 De juiste werkstand selecteren...70 Gereedschapstabel voor de programmatest selecteren...70 Het te testen programma selecteren... 71 De beeldschermindeling en het aanzicht selecteren... 71 De programmatest starten... 72 1.5 Gereedschappen instellen... 73 De juiste werkstand selecteren...73 Gereedschap voorbereiden en opmeten... 73 De gereedschapstabel TOOL.T... 74 De plaatstabel TOOL_P.TCH...75 1.6 Werkstuk instellen...76 De juiste werkstand selecteren...76 Werkstuk opspannen... 76 Referentiepunten vastleggen met 3D-tastsysteem... 77 1.7 Het eerste programma uitvoeren... 79 De juiste werkstand selecteren...79 het uit te voeren programma selecteren...79 Programma starten... 79

(34)

Inhoudsopgave

34

2 Inleiding... 81 2.1 De TNC 320...82 HEIDENHAIN-klaartekst en DIN/ISO...82 Compatibiliteit...82 2.2 Beeldscherm en bedieningspaneel...83 Beeldscherm...83 Beeldschermindeling vastleggen...84 Bedieningspaneel... 84 2.3 Werkstanden... 85 Handbediening en El. handwiel... 85 Positioneren met handinvoer... 85 Programmeren...86 Programmatest...86 Automatische programma-afloop en programma-afloop regel voor regel...87 2.4 Statusweergaven...88 Algemene statusweergave...88 Additionele statusweergaven... 90 2.5 Window-Manager... 95 Overzicht taakbalk... 96 Portscan...98 Remote Service...100 Printer... 102 Veiligheidssoftware SELinux... 104 VNC... 105 Back-up en restore...107 2.6 Remote Desktop Manager (optie #133)... 110 Inleiding... 110 Verbinding configureren – Windows Terminal Service (RemoteFX)...111 Verbinding configureren – VNC...113 Uitschakelen of rebooten van een externe computer... 115 Verbinding starten en beëindigen... 116 2.7 Toebehoren: 3D-tastsystemen en elektronische handwielen van HEIDENHAIN...117 3D-tastsystemen... 117 Elektronische handwielen HR... 118

(35)

Inhoudsopgave

3 Basisprincipes, bestandsbeheer...119 3.1 Basisbegrippen... 120 Lengte- en hoekmeetsystemen en referentiemerken... 120 Referentiesystemen... 121 Aanduiding van de assen op freesmachines... 131 Poolcoördinaten... 131 Absolute en incrementele werkstukposities...132 Referentiepunt selecteren...133 3.2 Programma's openen en invoeren... 134 Opbouw van een NC-programma in DIN/ISO-formaat...134 Onbewerkt werkstuk definiëren: G30/G31... 135 Nieuw NC-programma openen... 138 Gereedschapsverplaatsingen in DIN/ISO programmeren... 139 Actuele positie overnemen... 141 NC-programma bewerken... 142 De zoekfunctie van de besturing... 146 3.3 Bestandsbeheer: basisprincipes... 148 Bestanden... 148 Extern gemaakte bestanden op de besturing weergeven...150 Gegevensbeveiliging...150 3.4 Werken met bestandsbeheer... 151 Directory's... 151 Paden...151 Overzicht van functies in bestandsbeheer...152 Bestandsbeheer oproepen...153 Stations, directory's en bestanden selecteren... 154 Nieuwe directory maken...156 Nieuw bestand maken... 156 Afzonderlijk bestand kopiëren...156 Bestanden naar een andere directory kopiëren...157 Tabel kopiëren... 158 Directory kopiëren...159 Eén van de laatst geselecteerde bestanden selecteren...159 Bestand wissen...160 Directory wissen... 160 Bestanden markeren...161 Bestand hernoemen...162 Bestanden sorteren...162 Additionele functies...163 Extra tools voor het beheer van externe bestandstypen...164

(36)

Inhoudsopgave

36

De besturing in het netwerk...177 USB-apparaten op de besturing...178

(37)

Inhoudsopgave

4 Programmeerondersteuning...181 4.1 Beeldschermtoetsenbord...182 Tekst via het beeldschermtoetsenbord invoeren... 182 4.2 Commentaren invoegen... 183 Toepassing...183 Commentaar tijdens de programma-invoer... 183 Commentaar achteraf toevoegen... 183 Commentaar in een eigen regel...184 NC-regel achteraf uitcommentariseren... 184 Functies bij het bewerken van het commentaar... 184 4.3 NC-programma vrij bewerken...185 4.4 Weergave van de NC-programma's...186 Syntaxis accentueren... 186 Schuifbalk... 186 4.5 Programma's structureren...187 Definitie, toepassingsmogelijkheid...187 Structureringsvenster weergeven/wisselen van het actieve venster...187 Indelingsregel in het programmavenster invoegen...188 Regels in structureringsvenster selecteren... 188 4.6 De calculator...189 Bediening...189 4.7 Snijgegevenscalculator... 192 Toepassing...192 4.8 Grafische programmeerweergave... 194 Wel of geen grafische programmeerweergave... 194 Een bestaand programma grafisch laten weergeven... 195 Regelnummers weergeven/verbergen...196 Grafische weergave wissen... 196 Rasterlijnen weergeven...196 Vergroting of verkleining van een detail... 197 4.9 Foutmeldingen...198 Fouten tonen... 198 Foutvenster openen... 198 Foutvenster sluiten...198 Uitgebreide foutmeldingen...199 Softkey INTERNE INFO...199

(38)

Inhoudsopgave

38

Foutenprotocol...200 Toetsenprotocol... 201 Aanwijzingsteksten...202 Servicebestanden opslaan... 202 Helpsysteem TNCguide oproepen...202 4.10 Contextgevoelig helpsysteem TNCguide... 203 Toepassing...203 Werken met de TNCguide... 204 Huidige helpbestanden downloaden...208

(39)

Inhoudsopgave

5 Gereedschappen... 211 5.1 Gegevens gerelateerd aan gereedschap... 212 Aanzet F... 212 Spiltoerental S... 213 5.2 Gereedschapsgegevens... 214 Voorwaarde voor de gereedschapscorrectie...214 Gereedschapsnummer, gereedschapsnaam... 214 Gereedschapslengte L... 214 Gereedschapsradius R... 214 Deltawaarden voor lengten en radiussen... 215 Gereedschapsgegevens:in het NC-programma invoeren...216 Gereedschapsgegevens in de tabel invoeren... 217 Gereedschapstabellen importeren... 227 Gereedschapsgegevens vanaf een externe pc overschrijven... 229 Plaatstabel voor gereedschapswisselaar... 230 Gereedschapsgegevens oproepen...233 Gereedschapswissel...235 Gereedschapsgebruiktest...237 5.3 Gereedschapscorrectie...240 Inleiding... 240 Gereedschapslengtecorrectie...240 Gereedschapsradiuscorrectie... 241 5.4 Gereedschapsbeheer (optie #93)... 244 basisprincipes... 244 Bestandsbeheer oproepen...245 Gereedschapsbeheer bewerken... 246 Beschikbare gereedschapstypen...250 Gereedschapsgegevens importeren en exporteren...252

(40)

Inhoudsopgave

40

6 contouren programmeren...255 6.1 Gereedschapsbewegingen...256 Baanfuncties...256 Vrije contourprogrammering FK... 256 Additionele M-functies... 256 Subprogramma's en herhalingen van programmadelen... 257 Programmeren met Q-parameters...257 6.2 Basisprincipes van de baanfuncties... 258 Gereedschapsverplaatsing voor een bewerking programmeren...258 6.3 Contour benaderen en verlaten...261 Start- en eindpunt... 261 Tangentieel benaderen en verlaten...263 Overzicht: baanvormen voor het benaderen en verlaten van de contour... 264 Belangrijke posities bij het benaderen en verlaten...265 Benaderen via een rechte met tangentiële aansluiting: APPR LT... 267 Benaderen via een rechte loodrecht op het eerste contourpunt: APPR LN... 267 Benaderen via een cirkelbaan met tangentiële aansluiting: APPR CT... 268 Benaderen via een cirkelbaan met tangentiële aansluiting op de contour en de rechte: APPR LCT....269 Verlaten via een rechte met tangentiële aansluiting: DEP LT...270 Verlaten via een rechte loodrecht op het laatste contourpunt: DEP LN... 270 Verlaten via een cirkelbaan met tangentiële aansluiting: DEP CT... 271 Verlaten via een cirkelbaan met tangentiële aansluiting op contour en rechte: DEP LCT... 271 6.4 Baanbewegingen - rechthoekige coördinaten... 272 Overzicht van de baanfuncties...272 Baanfuncties programmeren...272 Rechte in ijlgang G00 of Rechte met aanzet F G01... 273 Afkanting tussen twee rechten invoegen... 274 Hoeken afronden G25...275 Cirkelmiddelpunt I, J... 276 Cirkelbaan om cirkelmiddelpunt...277 CirkelbaanG02/G03/G05 met vastgelegde radius... 278 Cirkelbaan G06 met tangentiële aansluiting... 280 Voorbeeld: rechteverplaatsing en afkantingen cartesiaans... 281 Voorbeeld: cirkelbeweging cartesiaans... 282 Voorbeeld: volledige cirkel cartesiaans... 283 6.5 Baanbewegingen – poolcoördinaten...284 Overzicht...284 Oorsprong poolcoördinaten: pool I, J... 285 Rechte in ijlgang G10 of Rechte met aanzet F G11...285 Cirkelbaan G12/G13/G15 om pool I, J...286 Cirkelbaan G16 met tangentiële aansluiting... 286 Schroeflijn (helix)... 287

(41)

Inhoudsopgave

Voorbeeld: rechteverplaatsing polair... 289 Voorbeeld: helix...290 6.6 Baanbewegingen – Vrije contourprogrammering FK... 291 Basisprincipes...291 Grafische weergave van de FK-programmering...293 FK-dialoog openen...294 Pool voor FK-programmering... 294 Rechten vrij programmeren... 295 Cirkelbanen vrij programmeren...296 Invoermogelijkheden... 297 Hulppunten... 300 Gegevens met verwijzing... 301 Voorbeeld: FK-programmering 1... 303

(42)

Inhoudsopgave

42

7 Gegevens overnemen uit CAD-bestanden...305 7.1 Beeldschermindeling CAD-viewer... 306 Basisprincipes CAD-viewer... 306 7.2 CAD Import (optie #42)... 307 Toepassing...307 Werken met de CAD-viewer...308 CAD-bestand openen... 308 Basisinstellingen...309 Layer instellen... 311 Referentiepunt vastleggen... 312 Nulpunt vastleggen... 315 Contour selecteren en opslaan...318 Bewerkingsposities selecteren en opslaan...322

(43)

Inhoudsopgave

8 Subprogramma's en herhalingen van programmadelen...329 8.1 Subprogramma's en herhalingen van programmadelen markeren...330 Label... 330 8.2 Subprogramma's... 331 Werkwijze... 331 Programmeerinstructies... 331 Subprogramma programmeren...332 Subprogramma oproepen... 332 8.3 Herhalingen van programmadelen... 333 Label G98... 333 Werkwijze... 333 Programmeerinstructies... 333 Herhaling van programmadeel programmeren... 334 Herhaling van een programmadeel oproepen... 334 8.4 Willekeurig NC-programma als subprogramma... 335 Overzicht van de softkeys...335 Werkwijze... 336 Programmeerinstructies... 336 Willekeurig programma als subprogramma oproepen...337 8.5 Nestingen... 340 Nestingswijzen... 340 Nesting-diepte... 340 Subprogramma in het subprogramma... 341 Herhalingen van programmadelen herhalen... 342 Subprogramma herhalen...343 8.6 Programmeervoorbeelden...344 Voorbeeld: contourfrezen in meerdere verplaatsingen... 344 Voorbeeld: boringgroepen... 345 Voorbeeld: boringgroep met diverse gereedschappen... 346

(44)

Inhoudsopgave

44

9 Q-parameters programmeren...349 9.1 Principe en functieoverzicht...350 Programmeerinstructies... 352 Q-parameterfuncties oproepen... 353 9.2 Productfamilies – Q-parameters in plaats van getalwaarden...354 Toepassing...354 9.3 Contouren d.m.v. wiskundige functies beschrijven...355 Toepassing...355 Overzicht...355 Basisberekeningen programmeren... 356 9.4 Hoekfuncties... 358 Definities... 358 Hoekfuncties programmeren... 358 9.5 Cirkelberekeningen... 359 Toepassing...359 9.6 Indien/dan-beslissingen met Q-parameters... 360 Toepassing...360 Onvoorwaardelijke sprongen...360 Indien/dan-beslissingen programmeren... 361 9.7 Q-parameter controleren en wijzigen... 362 Werkwijze... 362 9.8 Additionele functies... 364 Overzicht...364 D14 – foutmeldingen uitgeven...365 D16 – teksten en Q-parameterwaarden geformatteerd uitvoeren...369 D18 – Systeemgegevens lezen...376 D19 – waarden aan de PLC doorgeven...403 D20 – NC en PLC synchroniseren...404 D29 – waarden aan de PLC doorgeven...405 D37 – EXPORT...406 D38 – gegevens uit het NC-programma verzenden... 406 9.9 Formule direct invoeren... 407 Formule invoeren...407 Rekenregels...409 Invoervoorbeeld...410 9.10 Stringparameters...411 Functies van de stringverwerking...411

(45)

Inhoudsopgave

Stringparameters toewijzen... 412 Stringparameters koppelen... 413 Numerieke waarde naar een stringparameter converteren... 414 Deelstring uit een stringparameter kopiëren... 415 Systeemgegevens lezen... 416 Stringparameters naar een numerieke waarde converteren...417 Stringparameter controleren... 418 Lengte van een stringparameter bepalen...419 Alfabetische volgorde vergelijken...420 Machineparameters lezen... 421 9.11 Vooraf ingestelde Q-parameters...424 Waarden vanuit de PLC: Q100 t/m Q107... 424 Actieve gereedschapsradius: Q108...424 Gereedschapsas: Q109... 425 Spiltoestand: Q110... 425 Koelmiddeltoevoer: Q111...425 Overlappingsfactor: Q112... 425 Maatgegevens in het programma: Q113... 425 Gereedschapslengte: Q114... 426 Coördinaten na het tasten tijdens de programma-afloop... 426 Afwijking actuele/nominale waarde bij automatische gereedschapsmeting bijv. met de TT 160... 426 Zwenken van het bewerkingsvlak met werkstukhoeken: door de besturing berekende coördinaten voor rotatie-assen... 426 Meetresultaten van tastcycli...427 9.12 Programmeervoorbeelden...429 Voorbeeld: ellips... 429 Voorbeeld: cilinder concaaf met radiusfrees...431 Voorbeeld: kogel convex met stiftfrees... 433

(46)

Inhoudsopgave

46

10 Additionele functies... 435 10.1 Additionele M-functies en STOP invoeren... 436 Basisprincipes...436 10.2 Additionele functies voor controle van programma-afloop, spil en koelmiddel...438 Overzicht...438 10.3 Additionele functies voor coördinaatgegevens... 439 Machinegerelateerde coördinaten programmeren: M91/M92...439 Posities in het niet-gezwenkte coördinatensysteem bij gezwenkt bewerkingsvlak benaderen:

M130... 441 10.4 Additionele functies voor baaninstelling...442 Contourtrapjes bewerken: M97... 442 Open contourhoeken volledig bewerken: M98...443 Aanzetfactor voor insteekbewegingen: M103...444 Aanzet in millimeter/spilomwenteling: M136...445 Aanzetsnelheid bij cirkelbogen: M109/M110/M111... 446 Contour met gecorrigeerde radius vooruitberekenen (LOOK AHEAD): M120... 447 Handwielpositionering tijdens de programma-afloop laten doorwerken: M118...449 Terugtrekken van de contour in gereedschapsasrichting: M140...451 Tastsysteembewaking onderdrukken: M141...453 Basisrotatie wissen: M143...454 Gereedschap bij NC-stop automatisch van de contour vrijzetten: M148... 455 Hoeken afronden: M197... 456

(47)

Inhoudsopgave

11 Speciale functies...457 11.1 Overzicht speciale functies... 458 Hoofdmenu Speciale functies SPEC FCT...458 Menu Programma-instellingen... 459 Menu Functies voor contour- en puntbewerkingen... 459 Menu diverse DIN/ISO-functies definiëren...460 11.2 Gereedschapshouderbeheer...461 Basisprincipes...461 gereedschapshoudersjablonen opslaan...461 gereedschapshoudersjablonen parametriseren...462 Geparametriseerde gereedschapshouders toewijzen...465 11.3 DIN/ISO-functies definiëren... 466 Overzicht...466 11.4 Teller definiëren... 467 Toepassing...467 FUNCTION COUNT definiëren...467 11.5 Tekstbestanden maken... 469 Toepassing...469 Tekstbestand openen en verlaten...469 Teksten bewerken... 470 Tekens, woorden en regels wissen en weer invoegen... 470 Tekstblokken bewerken...471 Tekstdelen zoeken...472 11.6 Vrij definieerbare tabellen...473 Basisprincipes...473 Vrij definieerbare tabellen maken... 473 Tabelformaat wijzigen...474 tussen tabel- en invoerschermweergave... 476 D26 – Vrij definieerbare tabel openen...477 D27 – Schrijven in vrij definieerbare tabel... 478 D28 – vrij definieerbare tabel lezen...479 Tabelformaat aanpassen...479 11.7 Pulserend toerental FUNCTION S-PULSE...480 Pulserend toerental programmeren... 480 Pulserend toerental terugzetten...481 11.8 Stilstandtijd FUNCTION FEED... 482

(48)

Inhoudsopgave

48

11.9 Stilstandtijd FUNCTION DWELL... 484 Stilstandtijd programmeren...484 11.10 Gereedschap bij NC-stop vrijzetten: FUNCTION LIFTOFF...485 Vrijzetten met FUNCTION LIFTOFF programmeren... 485 Functie Liftoff terugzetten... 487

(49)

Inhoudsopgave

12 Meerassige bewerking... 489

12.1 Functies voor de meerassige bewerking...490 12.2 De PLANE-functie: zwenken van het bewerkingsvlak (optie #8)...491 Inleiding... 491 Overzicht...493 PLANE-functie definiëren...494 Digitale uitlezing... 494 PLANE-functie terugzetten...495 Bewerkingsvlak via ruimtehoek definiëren: PLANE SPATIAL... 496 Bewerkingsvlak via projectiehoek definiëren: PLANE PROJECTED... 498 Bewerkingsvlak via Euler-hoek definiëren: PLANE EULER... 500 Bewerkingsvlak via twee vectoren definiëren: PLANE VECTOR... 502 Bewerkingsvlak via drie punten definiëren: PLANE POINTS...505 Bewerkingsvlak via een afzonderlijke, incrementele ruimtehoek definiëren: PLANE RELATIV...507 Bewerkingsvlak via ashoek definiëren: PLANE AXIAL...508 Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen...510 Bewerkingsvlak zwenken zonder rotatie-assen... 518 12.3 Additionele functies voor rotatie-assen... 519 Aanzet in mm/min bij rotatie-assen A, B, C: M116 (optie #8)...519 Rotatie-assen in optimale baan verplaatsen: M126... 520 Weergave van de rotatie-as naar waarde onder 360° reduceren: M94... 521 Keuze van zwenkassen: M138...522

(50)

Inhoudsopgave

50

13 Handbediening en instellen...523 13.1 Inschakelen, uitschakelen...524 Inschakelen...524 Referentiepunten passeren...526 Uitschakelen... 528 13.2 Verplaatsen van de machineassen... 529 Aanwijzing... 529 As met de asrichtingstoetsen verplaatsen... 529 Stapsgewijs positioneren... 530 Verplaatsen met elektronische handwielen... 531 13.3 spiltoerental S, aanzet F en additionele M-functie... 541 Toepassing...541 Waarden invoeren... 541 Spiltoerental en aanzet wijzigen... 542 Aanzetbegrenzing F MAX... 542 13.4 Referentiepuntbeheer... 543 Aanwijzing... 543 Referentiepunten in de tabel opslaan...544 Referentiepunten beveiligen tegen overschrijven... 548 Referentiepunt activeren... 550 13.5 Referentiepunt vastleggen zonder 3D-tastsysteem...551 Aanwijzing... 551 Voorbereiding...551 Referentiepunt vastleggen met stiftfrees... 552 Tastfuncties gebruiken met mechanische tasters of meetklokken...553 13.6 3D-tastsysteem gebruiken...554 Inleiding... 554 Overzicht...555 Tastsysteembewaking onderdrukken... 557 Functies in tastcycli...558 Tastcyclus selecteren... 561 Meetwaarden vanuit de tastcycli registreren... 561 Meetwaarden uit de tastcycli in een nulpunttabel vastleggen... 562 Meetwaarden uit de tastcycli in de referentiepunttabel schrijven... 563 13.7 3D-tastsysteem kalibreren...564 Inleiding... 564 Kalibreren van de actieve lengte...565 Actieve radius kalibreren en de middenverstelling van het tastsysteem compenseren... 566 Kalibratiewaarden weergeven... 570

(51)

Inhoudsopgave

13.8 Scheve ligging van het werkstuk compenseren met 3D-tastsysteem...571 Inleiding... 571 Basisrotatie bepalen...573 Basisrotatie in de referentiepunttabel opslaan... 573 Scheve ligging van het werkstuk via een tafelrotatie compenseren...574 Basisrotatie en offset weergeven...575 Basisrotatie of offset opheffen... 575 3D-basisrotatie bepalen...576 13.9 Referentiepunt instellen met 3D-tastsysteem...579 Overzicht...579 Referentiepunt vastleggen in een willekeurige as...580 Hoek als referentiepunt... 581 Cirkelmiddelpunt als referentiepunt... 583 Middenas als referentiepunt... 586 Werkstukken meten met 3D-tastsysteem...587 13.10 Bewerkingsvlak zwenken (optie #8)...590 Toepassing, werkwijze... 590 Digitale uitlezing in het gezwenkte systeem...592 Beperkingen bij het zwenken van het bewerkingsvlak...592 Handmatig zwenken activeren...593 Richting van de gereedschapsas als actieve bewerkingsrichting instellen...595 Referentiepunt vastleggen in het gezwenkte systeem... 595

(52)

Inhoudsopgave

52

14 Positioneren met handinvoer...597 14.1 Eenvoudige bewerkingen programmeren en uitvoeren...598 Positioneren met handinvoer toepassen...599 Programma's uit $MDI opslaan... 602

(53)

Inhoudsopgave

15 Programmatest en programma-afloop...603 15.1 Grafische weergaven...604 Toepassing...604 Snelheid van de Programmatests instellen... 605 Overzicht: Aanzichten...606 3D-weergave... 606 Bovenaanzicht...610 Weergave in 3 vlakken...610 Grafische simulatie herhalen...612 Gereedschap weergeven... 612 Bewerkingstijd bepalen... 613 15.2 Onbewerkt werkstuk in het werkbereik weergeven...614 Toepassing...614 15.3 Functies voor programmaweergave...616 Overzicht...616 15.4 Programmatest... 617 Toepassing...617 Programmatest uitvoeren...619 Programmatest tot aan een bepaalde regel uitvoeren... 620 15.5 Programma-afloop...621 Toepassing...621 Bewerkingsprogramma uitvoeren... 622 Bewerking onderbreken, stoppen of afbreken... 623 Machine-assen tijdens een onderbreking verplaatsen...626 Programma-afloop na een onderbreking voortzetten...627 Terugtrekken na stroomuitval...628 Willekeurige binnenkomst in het programma: regelsprong...631 Opnieuw benaderen van de contour... 636 15.6 Automatische programmastart...637 Toepassing...637 15.7 Regels overslaan... 638 Toepassing...638 /-teken invoegen...638 /-teken wissen...638 15.8 Optionele programmastop... 639 Toepassing...639

Referenzen

ÄHNLICHE DOKUMENTE

Wanneer u de functie M101 invoert, zet de TNC de dialoog voort met de vraag naar BT.Hier definieert u het aantal NC-regels (1 - 100) waarmee de automatische gereedschapswissel

Wanneer u de functie M101 invoert, zet de TNC de dialoog voort met de vraag naar BT.Hier definieert u het aantal NC-regels (1 - 100) waarmee de automatische gereedschapswissel

Belangrijke gegevens regelmatig op externe stations opslaan Verplaats de cursor naar de directory die moet worden gewist Wisfunctie selecteren: softkey WISSEN indrukken De

Belangrijke gegevens regelmatig op externe stations opslaan Verplaats de cursor naar de directory die moet worden gewist Wisfunctie selecteren: softkey WISSEN indrukken De

Wanneer in het NC-programma conventionele en vrije contourprogrammering gecombineerd gebruikt wordt, moet elk FK-contourgedeelte eenduidig bepaald zijn De besturing heeft een

Dialoog openen: softkey FLT indrukken Via de softkeys alle bekende gegevens in de NC-regel invoeren.. Cirkelbanen

Dialoog openen: softkey FLT indrukken Via de softkeys alle bekende gegevens in de NC-regel

Gereedschapsoproep met toets TOOL CALL selecteren Gereedschapsnummer: nummer of naam van het gereedschap invoeren.Het gereedschap hebt u vooraf in een G99-regel of in